Ik ben vaak kritisch op mensen die niet klaar zijn voor iets wat al gepland stond. Een uitje, tien uur stipt afgesproken. En wanneer je gaat verzamelen lopen er nog mensen in pyjama, of moeten nog spullen pakken of zetten geen stap zonder een bak koffie en/of een sigaret. Iets wat om kwart voor tien ook al bedacht en uitgevoerd had kunnen zijn.
Eenzelfde kritiek had ik toen de fusie van de gemeenten Werkendam, Aalburg en Woudrichem tot Altena werd gerealiseerd. Nog maanden hebben de borden van de verschillende kernen hun oude gemeentenamen behouden. En ik me maar afvragen: waarom? De datum was al jaren bekend! Er werden bijeenkomsten, verkiezingen en festivals gevierd maar voor iets pietluttigs maar belangrijks als het vervangen van naamborden was maanden nodig?
Dat je voor sommige dingen niet klaar bent omdat die onverwacht komen begrijp ik. Een plotselinge stroomstoring valt niet vooruit te plannen. Je kunt natuurlijk wel voorbereidingen treffen. Dekens en knijpkat en droogvoer voor een moment waarop. Maar je loopt uiteraard niet standaard zo rond. De laatste stroomstoring in mijn huis was afgelopen zomer en ik ga er niet heel erg vanuit dat het over tien minuten weer gebeurt. Even afkloppen.
Maar hoe kwaad ik ook kan worden over eerdere voorbeelden. Ook ik maak me er weleens schuldig aan. Hij die zonder zonde is werpe de eerste steen, en ik zal die eerste niet zijn. Daar kwam ik vorige week bij toeval achter. En ik ga daarvoor ook smoesjes verzinnen, en hier opschrijven.
Het is een wetenschappelijk bewezen feit dat wanneer je ouder wordt tijd sneller lijkt te gaan. Maar ik ben van mening dat de tijd het afgelopen jaar, en de jaren daarvoor, wel een heel harde vlucht hebben genomen. Kijkend naar de kalender verzucht ik soms dat het wel vorige week leek dat de champagneglazen klonken. En nu is het ineens augustus/september/oktober. De tijd gaat soms gewoon te snel.
Tijdens de jaarwisseling lag ik ziek op de bank. Ik had geen positieve uitslag, maar ik weet zeker dat ik corona had. Steeds moest ik hoesten en ik kreeg daardoor geen slaap. Kijkend naar de oudejaarsconference was het lachen een crime omdat ik letterlijk geen adem kon halen. Op gegeven moment heb ik de huisartsenpost gebeld die mij pilletjes gaven. Het hoesten werd een stuk minder en ik heb zittend, in plaats van liggend, ruim twaalf uur een uiltje kunnen knappen.
Tussen die ademloze laatste avond van 2021 en nu zijn er genoeg dingen gebeurd. Feestjes, uitjes, barbecues en bruiloften. Maar als ik eerlijk ben lijkt het wel een maand geleden dat ik zo lag. En nu is het alweer het laatste weekeinde van november. Iets wat ik wist, had moeten weten maar niet aan zag komen. Tot ik vorige week een podcast luisterde en de sprekers begonnen te wauwelen over “awards” voor het einde van het jaar.
Op dat moment hoorde ik een luide klik in mijn brein. Het was bijna december! Dat betekent dat ik moet nadenken over… van alles! De kerstlichtjes moeten uit de mottenballen worden gehaald. De kerstballen afgestoft. Ik moet de website voorbereiden voor het nieuwe jaar en ik moet beginnen met het schrijven van het kerstverhaal!
Kortom: de paniekknop werd ingedrukt en galmt sindsdien eigenlijk onophoudelijk, in duet met “Zoveel te doen” van een Toontje Lager. Alle tijd die ik had kunnen besteden aan deze dingen. Waar zijn die momenten gebleven? Alle tijden dat ik voor me uit heb gekeken als een standbeeld. Waarom heb ik in die tijd niet nagedacht over een kerstverhaal? Ja, als excuus heb ik dat het nog juli was. Maar het is vast wel ergens op de wereld kerst. Toch?
Kortom, ik voel me een beetje overvallen. En dat heb ik een beetje aan mezelf te wijten. En toch heb ik goede smoesjes, al zeg ik het zelf. En nu ik dit stukje af heb ga ik lekker even niks doen…