Vorige week dus geen stukje. Dit vanwege een weekendje weg in de Ardennen. Het was maar goed ook dat ik die beslissing genomen had. We hadden een redelijk groot huis in een dal vlak langs de Ourthe. En hoewel we wel internet hadden was het meestal toch vechten om de verbinding. En gek genoeg was er wel internet, maar geen telefoon!
Ik voel me een beetje verplicht om over het weekend te schrijven. Ik moet alleen bekennen dat ik er moeite mee heb. Vooral de vraag hoe ik het in een verhaal moet gieten en waar ik het precies over wil hebben. Want buitenland geeft altijd stof tot verhalen. Zelfs Belgisch buitenland op nog geen drie uur rijden van thuis.
Dat buitenland begint eigenlijk al een beetje in Limburg. Zodra je Maastricht voorbij bent veranderen de huizen al en waande ik me al een beetje in België. Maar toen waren we er nog niet. Pas een paar kilometer later reden we werkelijk België binnen om daarna een rit door Luik te wagen.
Voorbij Luik begint het Belgisch hoogland. De snelweg is recht, maar voert al wel door heuvels die bij mij de oren deden poppen. Zodra je van de snelweg af bent is het een wilde rit. Geen enkele weg is recht, ze kringelen door heuvels en dalen. Omhoog en naar beneden. En het gekke is; je mag er negentig! Als je al een vindt dat een Nederlandse dijk waar zestig kilometer per uur mag worden gereden iets te veel is van het goede. Probeer dan maar eens met negentig tussen die heuvels te rijden. Het is leuk voor waaghalzen en zelfmoordenaars!
Maar daar, in die heuvels, begint het fascinerende contrast met ons eigen tot de punten toe geplande kikkerlandje. Die wegen zijn misschien eeuwen oud en zijn ooit begonnen als het gemakkelijkste karrenspoor voor ossenwagens voor er een werkelijke rijbaan kwam te liggen. En soms is dat nog te merken. Een kerkje duikt op omringd door een paar huizen. Een oude boerenschuur. Een hotel. Een herberg op de kruising van twee wegen.
Als bomen zijn ze opgesprongen waar het hen uit kwam. Ik zou graag de oorspronkelijke eigenaar van de herberg willen ontmoeten. Misschien dat hij een gouden kans zag om vermoeide reizigers en handelaren tussen Luxemburg en Luik een warme maaltijd en slaapplaats te geven. Wat zou hij ervan vinden dat auto’s er nu met negentig langs scheuren?
En dan de waterstroompjes. Ik meldde al dat ons vakantiehuis langs de Ourthe lag. Op een ochtend ben ik naar het riviertje gelopen en heb vol verbazing gekeken. Een waterstroom, vrijwel ongetemd. Ik stond op een strandje van kiezels en kon met mijn schoenen in het stromende water staan. Het water zelf overwon een kleine afdaling waardoor het leek of er een heel klein watervalletje voor mij was.
Aan de andere oever was een steil oplopende rotswand bedekt met een mix van loof en naaldbomen. Voor iemand die komt uit een laagland waar de singels worden afgebakend met houten borders, waar sloten in kaarsrechte lijnen lopen en rivieren in bedwang worden gehouden door dijken deed juist dit onnatuurlijk aan. Een rivier zomaar los laten stromen? Zonder enige vorm van afbakening of mogelijkheden tot afwatering? En dat terwijl op ooghoogte gewoon vakantiehuisjes, caravans, restaurants en wegen waren?
In mijn Hollandse brein, die het water ziet als een vijand, was dit grove nalatigheid. Deze rivier moest worden verdiept zodat het meer ruimte had om te stromen. De natuurlijke helling moest worden teruggebracht en rechter worden gemaakt zodat er een overstroomgebied zou ontstaan en een betonnen wand moest worden opgeworpen waardoor een dijk zou ontstaan die de gebieden voorbij de rivier in tijden van wateroverlast droog zou houden, of respijt gunnen.
Aan de andere kant zou dit de charme van het hele dal aanpassen. Bovendien leek niemand er iets om te geven dat de rivier zou overstromen, iets wat ze nogal eens deed. Het was het risico. Net als het vreemde feit dat alles om ons vakantiehuis woest en ruig leek, maar op tien minuten rijden een goede supermarkt was en vlak achter ons huis een treinspoor liep. We waren even afgesloten van de beschaving als een dagjesmens aan het strand van Scheveningen. De ene kant de zee, en de andere kant een boulevard met meer eten en drinken dan een willekeurig Afrikaans land.
Maar dat is nog steeds niet het verhaal van hoe het weekeinde nu eigenlijk was, en dat is wellicht een verhaal voor volgende week…