Weer terug in Rotterdam wachtte mij een cultuurschok. Terwijl ik mijn Clio van het parkeerterrein van het voormalige vliegveld Zestienhoven af stuurde viel mij op hoe goed de wegmarkeringen waren. In Spanje, en vooral in de steden, was het soms onduidelijk hoeveel rijstroken een straat had. Het konden er drie zijn, of twee. Of één hele brede rijbaan! Niet zelden werden we daar ingehaald door een geërgerde Spanjaard die wél wist hoe hard je daar rijden mocht. Of hij maakte zijn eigen snelheid natuurlijk.
Cultuurschok twee was de drukte op de weg. Nu reed ik direct de spits van ring Rotterdam in. Maar het was meer dan een week geleden dat ik zoveel blik had gezien. Een uitstapje tijdens de vakantie was naar Cartagena. Een stad die een kleine vijftig kilometer zuidelijker lag. Tijdens de rit waren het aantal vrachtwagens op één hand te tellen. En voor het aantal auto’s waren niet heel veel meer handen nodig.
Cartagena had mijn speciale aandacht getrokken toen ik voorbereidingen had getroffen voor de vakantie. Ik ging om te verbranden aan het zwembad. Maar een beetje, heel klein beetje, cultuur wilde ik wel mee krijgen. En Cartagena bleek dat te hebben. De stad had blijkbaar een historie van meer dan tweeduizend jaar en dat werd getoond door een oud Romeins theater.
Vroeger werd ik gefascineerd door de Romeinen. In de verhalen van Asterix en Obelix was ik ook altijd op de hand van het rijk dat in staat was geweest delen te veroveren op drie continenten. Dat monumentale gebouwen had gebouwd en bloederige veldslagen en campagnes voerde onder leiding van briljante generaals. Het nadeel is dat in Nederland de Romeinse geschiedenis niet heel tastbaar, of werkelijk zichtbaar, is. Een verdwaalde munt, de contouren van een fort of een helm die een onfortuinlijke soldaat ooit heeft verloren. Dat is het dan wel.
Een werkelijk Romeins theater is dan veel spannender. We parkeerden de auto in het centrum van Cartagena in een parkeergarage. Bovengronds was een zonnige stad. Als ik een overeenkomst mag noemen tussen Nederlandse en Spaanse winkelstraten dan is het onmogelijke steensoorten als ondergrond. Hier in Nederland zijn we dol op kinderkopjes die spekglad worden, want authentiek. En in Cartagena gebruikten ze een soort natuursteen die van zichzelf al glad was. In die winkelstraat troffen we het bij het theater horende museum aan.
Ik vond dit vreemd. In een vrij klein pand als dit kon toch geen theater zitten? Dat oude bouwwerk was toch minstens zo groot als… een theater? Binnen was een expositie over de vroege geschiedenis van Cartagena. De stad werd gesticht door de Carthagers. Een handelsstad van Feniciërs uit noord-Afrika. Het huidige Tunesië. De Carthagers beheersten eeuwenlang de handel in het Middellandse zeegebied. De stichting van Cartagena was een tegenreactie op het afnemen van de macht van Carthago in de oostelijke Middellandse zee.
Carthago werd uiteindelijk in drie oorlogen verslagen door een andere opkomende stad; Rome. De Romeinen maakten graag gebruik van de steden en kennis van de Carthagers. Ze namen niet alleen de manier van scheepsbouw over, maar ook Cartagena. De stad werd belangrijk voor de Romeinse overheersing op het zuidelijke Iberische schiereiland. Zo belangrijk dat het een eigen senaat voerde en een theater bouwde.
Na de val van het Romeinse Rijk ging Cartagena een rits heersers en andere culturen af. Vandalen en Visigoten kwamen en gingen. De Moren en Berbers drukten hun Islamitische stempel op de stad. Nadat die waren verslagen en Spanje werd verenigd waren het weer Christenen die het straatbeeld bepaalden. Tijdens de tocht door het museum werd deze geschiedenis uit de doeken gedaan. Soms door munten of aardewerk. Soms tastbaarder. Een oude Romeinse waterput, de oude kademuur. Opgegraven beelden en pilaren…
Maar geen theater. Nu bleek tijdens het verhaal dat ik niet de enige was die het theater miste. De andere culturen bouwden namelijk gewoon over het theater heen. Bij gebrek aan voorstellingen vonden de Visigoten het gebouw maar onbelangrijk. Ze jatten wat ze bruikbaar vonden en bouwden hun eigen huizen eroverheen. De Moren volgden dat voorbeeld en uiteindelijk werd er een kerk over de huizen van de Moren gebouwd. Rondom die kerk groeide een wijk die vooral bestond uit visserswoningen.
In de negentiende eeuw werd de wijk gerestaureerd. Maar halverwege de twintigste eeuw moest de wijk als verloren worden beschouwd. Criminaliteit, vervuiling, verpaupering en verloedering vierden hoogtij. Oud-minister Vogelaar zou het een “prachtwijk” genoemd hebben. Er werd daarom in de jaren tachtig besloten de hele wijk te slopen. Pas toen werd het theater ontdekt! Tweeduizend jaar oud en meer dan de helft van die tijd verborgen voor het oog! Het is dan ook het hoogtepunt van de expositie. Nadat je kennis hebt gemaakt met het theater, en de geschiedenis, kom je uit in wat ervan over is.
Een half ovaal met uitzicht op een podium. Hiervoor passeer je ondergronds twee straten en ga je omhoog in een flat. Allemaal expositie. Ik was van dit spel werkelijk onder de indruk. Het theater zelf is voor een deel gerestaureerd en voor een deel origineel. Maar honderd procent gevaarlijk met steile trappen en gebrek aan armleuningen. Desondanks kan ik iedereen een bezoek aanraden. Voor zes euro een reis door de geschiedenis. Elke cent waard. Je gaat je toch afvragen wat er bij jou onder de grond kan liggen…