En dan moet je ineens werken aan je laatste zaterdagstukje van het jaar. Ik heb daar altijd moeite mee. Niet dat ik het afscheid nemen van jaren zo lastig vind, maar vooral de invulling van die laatste stukjes. Schrijf ik gewoon door alsof er niets aan de hand is? Over mijn auto die weer naar de keuring moet en een kort werktripje naar Rotterdam? Of behandel ik de jaarwisseling als iets van gewicht en kijk ik terug op het afgelopen jaar, of door naar het volgende jaar?
Hoe vaak blijft iets bijzonder? Als ik geen angst voor diep water, en zeewater, gehad zou hebben zou ik gekickt hebben op een reisje naar IJsland. Niet vanwege het uitnodigende desolate landschap of het gebrek aan zandstranden. Maar omdat voor de kust van IJsland de enige plek is waar je werkelijk tussen twee continenten in kan zwemmen.
De Euraziatische plaat en de Noord-Amerikaanse plaat liggen hier namelijk maar een kleine twee meter uit elkaar en het is mogelijk om met een paar uitstekende rotsen de twee werelddelen vast te houden. Wanneer je naar de states zelf vliegt is het niet bijzonder, je ziet het niet. Maar op de grond zie je de depressie door het IJslands landschap gaan.
Zo ook is een jaarwisseling niet bijzonder. Wie vanavond gaat slapen en morgen wakker wordt maakt eigenlijk niets anders mee dan een overgang van een zaterdag naar een zondag. En het is een jaarlijks terugkerend fenomeen dat op gegeven moment een beetje aan charme in kan boeten. Net als de trip van Amsterdam naar New York is.
Tot je besluit een tussenlanding te maken in Reykjavik en daadwerkelijk ziet wat je passeert. Een machtig natuurfenomeen van twee continenten die van elkaar af schuiven. En daar hang je dan tussenin. Vele ontelbare triljarden tonnen die op de schaal van het universum niet meer zijn dan velletjes melk in een kokende pan.
De vergelijking die ik wil maken met het oud-en-nieuw is duidelijk. De aarde draait al miljarden jaren en zal dat na dit moment nog voor miljarden jaren doen. Maar dat ene ogenblik wanneer de wijzer zich op het twaalfde uur plant is het moment dat je tussen de tijd staat. Terugblikkend en vooruit kijkend.
Dit is het vijftigste stukje van dit jaar! Door het nemen van een paar zaterdagen vakantie waren er weken zonder stukje. En terugblikkend begon ik bij het verlies van mijn Opel. Een stukje dat al in 2021 klaar stond, maar door de kerst en de vorige jaarwisseling naar achteren geschoven. Verder heb ik het af en toe gehad over de oorlog in Oekraïne, soms gekscherend. In een stukje over hoe ik en mijn vader verhaal gingen halen in het gemeentehuis van Kerkdriel om de verkiezingen te verslaan had ik het over een Rus in de Donbas. Dit omdat we tegen een muur van onwil aan liepen in het gemeentehuis, en ze bovendien letterlijk overvallen leken door een oprechte vraag van twee mensen met microfoons en camera.
Ook van een weekje Spanje heb ik voldoende stukjes kunnen maken. Maar juist van de Ardennen heb ik weer weinig inspiratie overgehouden. En dat is een beetje de teneur die ik, persoonlijk, heb van het afgelopen jaar. Het lukte elke week een stukje te schrijven. Maar veel te vaak had ik er ook moeite mee. Dan stond het onderwerp mij niet aan, of was ik bang te kritisch te zijn. Want wat ik wil is dat mensen gaan nadenken over dingen die ik schrijf, maar vooral dat ze plezier hebben in wat ze lezen. Een idiote gebeurtenis. En als ze iets onplezierigs lezen dat het toch een goed gevoel brengt.
Doe daarom dat vooral deze aankomende nacht. Of je nu vuurwerk afsteekt, of vroeg naar bed gaat. Oliebollen eet of ze uit staat te kotsen. Heb een goed gevoel, heb plezier. Al is het maar omdat ik dat hier geschreven heb en jij dat gelezen hebt. Een fijne tijd, tussen de tijd.