Een grote knal galmt door de woonkamer van mijn moeder en stiefvader. De bank verschuift een paar decimeter richting de televisie, de kopjes rinkelen en de katten schieten in paniek naar een veiliger heenkomen. Een tweede knal volgt en de stoelen van de tafel worden opeen geklemd. De poten van het neergezette noodtafeltje verbuigen onder de hevigheid van de aanrijding door een auto. Een kleine jeep die zich snel weer losmaakt van de tafelpootjes en weer richting bank stormt.
Mijn neefje Melle was van de week jarig. Het was drie jaar geleden dat hij ter wereld kwam. Intussen heeft hij een geinig rood brilletje en zijn vader, en oma, hadden besloten hem voor zijn verjaardag een speelgoedauto cadeau te doen. Apparaatjes waar ik als kind verlekkerd naar keek. Elektrische speelgoedauto’s waar je echt in kan zitten en die door middel van een accu van stroom worden voorzien.
Nu kunnen sommige mensen een bril gebruiken. Maar Melle is het voorbeeld dat het hebben van een bril je nog geen betere chauffeur maakt. Omdat het buiten pijpenstelen regende mocht hij binnen, in de iets te kleine woonkamer, rijden. Voor zover mogelijk want de jeep lijkt alleen maar tussen de bank en eettafel te kunnen en als stootblok deze meubels te mishandelen.
Mijn andere broertje, Thom, en zijn vrouw Wendy kijken met grote ogen naar het pandemonium dat wordt veroorzaakt op het parket door deze voor alle terreinen geschikte vierwieler. Ik zoek zelf ook de veiligheid op door een stoel tussen mij en de open vloer te plaatsen. Intussen rijdt Melle met de auto over de voeten van zijn vader die wanhopig probeert om de kersverse driejarige rijlessen te geven. Fedde doet ook pogingen om te helpen, al is het niet geheel duidelijk of hij wil dat zijn jongere broertje goed gaat rijden of het meubilair verder afbreekt.
Mijn twee neefjes zijn opgegroeid tot twee echte rebelse rekels met af en toe een hartje van goud zoals ze mijn oma, hun “omi” met enthousiasme knuffelen. Het rekelisme zit ‘m dan weer in het gebruiken van de bank als springkussen en weigeren te luisteren om met het springen op te houden. Een doorn in het oog van hun tante Wendy die wellicht met enige angst voor de toekomst toekijkt hoe Fedde de grenzen van het toelaatbare opzoekt, en overschrijdt.
Al voor de bruiloft werd ik gebeld door Thom en Wendy met het nieuws dat ze, want dat is een gezamenlijke onderneming, in verwachting zijn. Na mijn felicitaties volgden mijn eigen zorgen. Zou Wendy nog wel in haar trouwjurk passen? Zou ze kotsend de dag doorgaan? Al die angsten bleken ongegrond en werd het een groot feest, behalve voor de sores van de ceremoniemeesters met een van de beheerders van de feestlocatie. Maar daar schrijf ik nog wel een keer over.
De verwachting was in elk geval dat ik als aanvulling op mijn twee neefjes een derde neefje erbij zou krijgen. Dat ik als een soort oom Donald een kwik, kwek en kwak zou hebben, ook al is het geen drieling. Tot Thom mij twee weken geleden belde en een beetje uitgeblust klonk.
“Het wordt een meisje.”
Hoe gemeend het was durf ik niet te zeggen. Maar zelf leek hij er een beetje ontgoocheld van. Ik moest denken aan de reclame van een bekende fastfoodketen welke ik soms misbruik als kantoor. De reclame verhaalt van een vader die bij de bevalling erachter komt dat hij een dochtertje heeft. Dat terwijl de machoman duidelijk een zoontje had gewenst om mee te voetballen. In plaats daarvan is zijn leven gevuld met pony’s, verkleedpartijtjes tot elfjes en theekransjes.
Dat lijkt mij in elk geval een beter beeld dan welke nu getoond wordt en waar Wendy volgens mij blij van is dat de kans met een meisje kleiner is. De jeep kart met gemak ook over de voeten van Thom, en Fedde gooit zich over de leuning op de bank en eist, min of meer, dat de tv wordt aangezet. Aan de andere kant, wie weet waar de emancipatie ons brengen zal en wordt het meubilair over een paar jaar blootgesteld aan een wild racende Barbieauto.