Als kind had ik nooit een broodtrommel. Ik kan me het in elk geval niet herinneren. Wel had ik op de basisschool zo’n plastic beker met een koepeltje bovenop. En het maakte niet uit hoe je die beker dicht draaide, lekkken deed die altijd! Zat je tas ineens onder de melk, chocomel, fristi of limonade!
Er was ook geen reden om een broodtrommel te hebben. Ik at tussen de middag thuis. Mijn moeder was altijd thuis en ik woonde op een paar minuten fietsen van school. Het was een parkje door, daarna een straat, de dijk op en dan nog enkele tientallen meters voor ik thuis was. Dan kon ik een boterham naar binnen werken, iets drinken en misschien dat er nog tijd was om even achter de computer te zitten voor ik weer naar school moest!
Toen ik op de middelbare school wel brood mee moest nemen was het altijd verpakt in aluminiumfolie. Dag in dag uit at ik runderrookvlees. Tenzij ik geld over had, dan haalde ik een broodje aan de balie van de aula. Soms hadden ze nog ham-kaascroissants over. Of het was een broodje kaas met een blaadje sla ertussen. Misschien in de hoop dat de leerlingen iets gezonds binnen zouden krijgen! Nu mag jij raden waarmee de vuilnisbakken vol zaten aan het einde van de pauze!
Ook toen ik ging werken was het, standaard, zilverfolie. Of ik zorgde ervoor dat er salades in de koelkast stonden waarmee ik mijn boterhammen op het werk weer smeerde. Op gegeven moment was het mes waarmee ik dat deed versleten en aangetast door de vele zuren die in de smeersalades zitten.
Daarom keerde ik weer terug naar de zilverfolie. Tot ik besefte dat het op termijn duur uit zou pakken, en het is niet heel goed voor het milieu om elke dag een vierkante meter aluminiumfolie af te scheuren en om je bammetjes te wikkelen. Vooral niet wanneer diezelfde folie na een paar uur in de ongesorteerde vuilnisbak verdwijnt.
Dus om op te scheppen dat ik welzeker iets aan het milieu doe vroeg ik aan Sinterklaas een broodtrommeltje. En die kreeg ik ook! Maar omdat dit Sinterklaas betrof was het niet een neutraal model in een donkere kleur met clipjes. De Goedheiligman had mijn wens aangehoord, een graai gedaan uit de schappen, en dat wat hij beet had gehad in laten pakken. Toen ik na het vieren van Sinterklaas op het werk kwam had ik dan ook wat uit te leggen.
Mijn broodtrommeltje was namelijk paarsroze. Zo’n kleur waarvan je je eigen geaardheid van in twijfel gaat trekken. Laat staan dat die van mij onder een vergrootglas werd gehouden. En om het af te maken werd de bovenkant van mijn broodtrommeltje ook nog eens gesierd door een plaatje. Een plaatje van de film Frozen, een van de meest succesvolle animatiefilms van Disney.
Een blonde gozer kijkt leunend tegen een eland naar me op terwijl twee prinsesjes met wervelende magie aan het dansen zijn! De Sint had mijn leeftijd duidelijk niet meegenomen tijdens zijn exercitie. Hij had beloofd dat het plaatje van de prinsesjes, lachende eland en blonde toyboy kon worden verwijderd. Maar helaas zat het plaatje vast als een huis op de paarsroze broodtrommel.
Gelukkig heb ik humor, en kan het mij niet heel veel schelen hoe mijn broodtrommel eruit ziet. Zodoende ging de broodtrommel dag in, dag uit. Week na week. Maand na maand en jarenlang mee naar het werk en weer terug. Wanneer de stank te erg werd kreeg deed ik de bak bij de afwas en dan kon die weer een paar maanden mee. Tijdens mijn smeerkaasperiode heb ik eens in de zoveel tijd gestolde Eru weg kunnen krabben.
Toen ik een keer ziek naar huis ging en een week lang niet naar het werk hoefde kon ik een groene boterham en groene kaas weggooien. Boterhammen, bolletjes en pannenkoeken zijn vervoerd. Klepje dicht, clipje vast en klaar.
Tot vorige week vrijdag ik een muffin in de broodtrommel stopte. Ik deed het klepje dicht, clipje erop. En het clipje brak af! Daar stond ik met mijn clipje en een broodtrommel met een muffin. Een broodtrommel die zonder clipje weinig dienst meer zou kunnen doen. Het einde van mijn Frozen-trommeltje. Ik zou op zoek moeten naar een andere broodtrommel! Nimmer zouden mensen nog vragen of ik een enorme fan van de film was (nooit gezien overigens) of zou mijn trommeltje vreemde blikken trekken van chauffeurs of klanten die in de kantine kwamen.
Tenminste, ik moet er nog eentje kopen. Misschien doe ik het beter, of slechter, dan de Sint!