Met het laatste zaterdagstukje van het jaar is het altijd een moment om terug te kijken en vooruit te kijken. Kranten, internet en televisie doet het. Dus waarom zou ik niet volgen in die trend? Zo zou ik een opsomming kunnen geven van de onderwerpen die ik heb behandeld en hoe ze passen in het jaar, of in die periode.
Aan de andere kant staan alle zaterdagstukjes netjes op een rij op mijn website (al heten ze daar nog een wekelijks dingetje) dus het is een beetje onzinnig om alles nog een keer over te doen en na te bespreken. Bovendien, als ik iets wil rechtzetten dan doe ik er wel een stukje over schrijven. Ik ga het dus liever hebben over dingen die ik niet beschreven heb, maar waar ik het wel over had willen hebben.
Sommige onderwerpen blijven namelijk “op de planK” liggen. Dat kunnen half-afgewerkte stukjes zijn die ik niet afgemaakt kreeg. Of gewoon onderwerpen die ik heb overwogen maar niet goed op het digitale papier kreeg. Dus een terugblik op het jaar dat niet is geweest!
Een van de dingen die ik graag had willen beschrijven is hoe dol mijn neefje Fedde is op zijn nichtje Nadine. Toen de kleine Nadine nog maar een paar dagen oud was ontmoetten de twee elkaar bij mijn moeder. Fedde kon niet wachten om Nadine vast te mogen houden. Zoals het bij jonge kinderen, en baby’s, gaat moest Fedde daarvoor vast en stevig op de bank zitten en Nadine goed ondersteunen.
Uiteraard werd het voer voor foto’s. Maar Fedde had nóg een prangende vraag: waar kwam Nadine nou eigenlijk vandaan? De vraag die iedere volwassene met angst en beven tegemoet ziet. Want wat leg je een kind nou uit? Wat zeg je precies? Gelukkig was het Fedde niet te doen over de vleselijke verdorvenheden die komen kijken bij het maken van een kindje. Hem ging het vooral over de technische kant. Zijn tante Wendy probeerde hem van dienst te zijn met antwoorden.
Dat het leven een wonder op zich is bleek wel uit het wereldbeeld van Fedde. Een zaadje van een man komt in de buik bij het eitje van een vrouw. Hoe groot is dat zaadje dan? Nou, heel klein wist Wendy te vertellen. ‘Even groot als een mier?’ Vroeg een ietwat verbijsterde Fedde die hiermee aangaf dat mieren de kleinste diersoort zijn die hij kent. En hij was serieus onder de indruk dat een werkelijk zaadje nog kleiner is dan de kleinste mier. En na negen maanden van die piepkleine dingen is er een baby die nu in zijn armen rustig lag te ademen.
Ach, de onschuld van de jeugd. Ik ben mijn jeugd al lang geleden kwijtgeraakt, nooit meer teruggevonden overigens. Maar dat heeft zo zijn voor- en nadelen. Het grootste voordeel is een rijbewijs. Ik kan af en toe nog blij zijn dat ik dat roze kaartje heb en zit dan met een glimlach achter het stuur. Ik had vroeger niet gedacht dat ik auto zou rijden. Niet dat ik dat niet wilde, maar het kwam niet bij me op!
Net als dat het nooit bij mij op zou zijn gekomen in wat voor wereld we nu leven. Dan heb ik het vooral over technologie. Ik heb nog heel lang gebruik gemaakt van bandjes voor mijn muziek. En het is lastig te beseffen dat ik een apparaatje heb gehad dat meer nummers bevatte dan een bandje. Of dat je films tegenwoordig met een druk op de knop op je televisie krijgt. Geen avonden naar de videotheek of downloaden van onbetrouwbare websites.
Nu mis ik videotheken wel. Toen we een keertje een serie wilden huren wist de jongen achter de kassa te vertellen dat er eigenlijk een documentaire bij hoorde. Misschien was het om de prijs op te krikken, maar het is toch het soort tips dat je tegenwoordig eigenlijk niet meer krijgt. Misschien dat de nieuwe AI daarop in kan springen. Maar videotheken hebben toch iets nostalgisch…
Een stukje waar ik flink op heb moeten buffelen ging over de Ardennen. Ik wist wat ik wilde vertellen, maar ik kreeg het verhaal maar niet rond. Uiteindelijk heb ik mijn liefde voor het vlakke Nederlandse land bezongen. Maar dat is niet helemaal waar het stukje over had moeten gaan. Het had namelijk moeten gaan over een computerspel.
In dit computerspel ben je de burgemeester, of in elk geval stedenbouwer. Met een paar klikken geef je aan waar een woonwijk moet komen, een fabriek komt te staan en maak je de inwoners ziek door drinkwater te pompen uit dezelfde sloot waar je de riolering in loost! Een fout die ik niet meer maak. Maar dat wil niet zeggen dat ik geen problemen heb. En die problemen zitten niet zozeer in het stadsbeheer, maar met het bouwen. En dan wel het bouwen in heuvels!
Als Nederlander met zijn vlakke landschap ben ik serieus gemankeerd. Wanneer er een heuvel in mijn stad is negeer ik die compleet en bouw eromheen. Of ik doe het tegenovergestelde en doe alsof de heuvel even vlak is als de rest van het landschap. Het leest niet zo erg; maar ik vind het zelf een lastige handicap. Een heuvel waar de huizen schots en scheef staan en de wegen kriskras overheen gaan is niet zo mooi, of praktisch, als het zou kunnen zijn.
En ik heb het niet gehad over de verkiezingen. Ik heb het geprobeerd, maar ik wilde niet het verkeerde idee geven over mijn positie. Vooral nu de uitslag zo’n wij-tegen-zij discussie lijkt te hebben losgemaakt. Waar ik in elk geval op hoop is een stabiele regering die de rit uitzit. Maar daar was mijn zaterdagstukje niet over gegaan. Ik had een stukje geschreven over verkiezingsreclames.
In de weken in de aanloop naar de verkiezingen werd ik murw gebeukt door spotjes van lijsttrekkers die hun partijen aan kwamen prijzen, op de radio, in kranten en aan het begin van youtube-filmpjes. Ik had een parallel getrokken tussen de vage beloften van deze spotjes en de reclames van zorgverzekeraars die in december domineren. Beiden vertellen ze niet het hele verhaal en niet het verhaal dat je wil of moet horen.
Ik had de spotjes van “partij tegen de burger” er aan de haren bijgetrokken. De satirische partij van de website de Speld waar een brouwende man belooft om zich in te zetten om de burger dwars te zitten. Een persiflage, maar het voelt ergens als een warm bad. De vergelijking met de zorgverzekeraars vond ik zelf wel mooi. Daar heb ik namelijk al eens eerder over geklaagd. Elke verzekeraar heeft het over een app, ondersteuning en makkelijke declaratie. En dat terwijl ik liever wil weten hoe ze het doen wanneer een cliënt stijf staat van de kanker of welke andere ernstige ziekte dan ook. Want in de spotjes hoor en zie je alleen gezonde mensen die elke dag aan de linksdraaiende yoghurt lijken te lurken.
Een andere reclame doet dan weer wel het échte leven proeven. Zo vind ik dan. En dat is de reclame van Hornbach waar ze het hebben over de ontberingen van een bouwvakker die voor dag en dauw moet werken en zijn lunch het liefst nuttigt als broodjes frikadel in plaats van een quinoasalade.
Maar daar heb ik het dus niet over gehad. Ze waren te kort, zijn in een filter blijven steken of ik had er gewoon geen zin in. Zo kan ik in elk geval met een schone lei over naar volgend jaar. Iedereen een fijne jaarwisseling!