Maandagochtend. De eerste pauze van de dag. Tien uur. Ik klap mijn laptop open, start de tekstverwerker en open een leeg document. Dan is het vaak broeden waarover ik wil schrijven. Tienduizenden ideeën. Maar over een willekeurig idee kan ik maar een paar regels schrijven. Ik moet dus meerdere ideeën hebben en die aan elkaar zien te lijmen om uit te komen tot een kern van een boodschap.
Nu zijn er zat dingen om over te schrijven. Maar ik wil ook geen mensen tegen de schenen schoppen of weg jagen met een mening die niet de hunne is. Heel gevaarlijk tegenwoordig en ook een van de redenen dat ik gestopt ben met columns. Bovendien wil ik dat men zaterdagochtend scrollt op Facebook, dit berichtje leest en er oftewel iets van leert, oftewel erom lacht, of ergens over nadenkt zonder het zwaar te maken.
Soms bezondig ik me aan een onderwerp dat op de zwarte lijst staat. Maar meestal gaan die onderwerpen bij voorbaat al overboord. Piet, zwart of niet, ga ik het liever niet over hebben. Een oorlog in Israël of Oekraïne evenmin. Of de aarde al dan niet opwarmt laat ik even als een heet hangijzer in het midden en Rutte en Trump laat ik voor wat ze zijn. Een column waardig, maar geen zaterdagstukje.
Ik laat mijn stukjes ook altijd netjes napluizen op politiek of anderszins gevoelige taal of uitlatingen. Dat doe ik niet zelf, dat laat ik chat GPT doen. Maar ook AI is een controverse tegenwoordig, dus daar ga ik het niet over hebben. En zo hou je ook maar weinig onderwerpen over.
Soms, als ik geen onderwerp weet, heb ik zin om over iets onzinnigs te schrijven. En dan heel serieus erover te doen. Ik bedoel: als Tolkien kan schrijven over Hobbits en dat serieus kan laten klinken en er later miljarden worden verdiend aan films. Dan kan ik het ook hebben over dingen die niet bestaan en er het lot van de aarde aan hangen. Of Midden Aarde, zo u wilt.
Zo heb ik gespeeld om te schrijven over een glas in een storm water! Lijkt me heerlijk. Normaal is het natuurlijk een storm in een glas water, maar nu laten we het glas even in een storm water. Op mijn netvlies weet ik hoe het eruit ziet. Maar hoe vul je een heel stukje met zo’n onderwerp. Ik heb de titel wel eens gebruikt voor een column, maar beiden hadden weinig met elkaar van doen.
Nee, dan wil ik het hebben over de slapperslasleepkever. Wat is de slapperslasleepkever? Of wié is de slapperslasleepkever? Vertel het mij maar, ik heb het geschreven maar weet ook niet waar ik het over heb. Lekker onzinnig dus. We kunnen er wel achter komen wat het zou kunnen zijn natuurlijk.
Ten eerste weten we dat het een kever is. Een insect dus. Coleoptera is de Latijnse naam voor kevers. Maar dan wordt het moeilijk om deze kever te duiden. Wat weten we nog meer? Dat het sla eet. Of het een plaag is voor sla weet ik niet, maar het eet sla. En deze soort is .bij voorkeur dol op slappe sla. En niet zomaar slappe sla, maar sla die slapper is dan slap! Je weet wel, van die sla die warm geworden is of een paar dagen oud is en nog wel groen ziet, maar de hardheid of buigzaamheid heeft van een brillendoekje. Kortom slappersla!
Sleepkever maakt dan weer duidelijk dat deze kever de sla niet ter plekke opeet maar meeneemt naar zijn of haar nest, hol of waar kevers dan wonen. Maar dan is de vraag, maakt deze kever deel uit van de niet-bestaande orde der slakevers (Lactucoleoptera) of van de eveneens verzonnen sleepkevers (Mobilicoleoptera)?
Of is het zijn eigen soort? Een slasleepkever (Lactuamobiliscoleoptera) die een heel specifieke smaak heeft ontwikkeld voor slappe sla?
Oftewel de “Lactuamobilisflaccidicoleoptera” de wetenschappelijke benaming voor de Slapperslasleepkever. Zo, nu heb ik het toch serieus gehad over een heel onzinnig onderwerp. Daar kan Tolkien een puntje aan zuigen!
Met dank aan ChatGPT voor het maken van de Latijnse benamingen.