Ik heb al vaker mijn liefde voor het Nederlandse landschap bezongen. Gelijk aan de dichtregels van Hendrik Marsman: “Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan,”. Bij mij is dat niet alleen laagland in de zin van laag bij het water. Maar vooral de vlakte. Uitzicht.
Vorige week schreef ik niet omdat we een familieweekend hadden in de Ardennen. Dat betekent dat mijn moeder, haar kinderen plus eventuele voortplanting en aanhang voor een weekend schranzen en zuipen verkassen naar een huisje. Bij voorkeur in de Ardennen. Die traditie is twee jaar uitgesteld door wereldgebeurtenissen, maar hebben we vorig jaar weer opgepakt.
Eén van de regels is dat we nooit in hetzelfde huisje verblijven. De tweede regel is dat elk volgensd huisje extravaganter moet zijn dan het vorige. Ons eerste huisje was in zuidelijk België. Werkelijk vrij van vrijwel alles. De enige huizen in de buurt lagen alsnog honderden meters verderop. Het was klein, maar er was entertainment in de vorm van een open haard, en een wel heel hedonistische vervroegde Sinterklaasavond waar ik al eerder over geschreven heb.
Vorig jaar hadden we een werkelijke villa! Het lag niet afgezonderd maar in een soort vakantiedorpje. Toch hadden we een grote tuin en lag het in een dal met een stromende rivier. En, niet te vergeten, een prachtig maar vrij fris binnenzwembad. Ik probeerde elke ochtend als eerste wakker te zijn om een paar rondjes te zwemmen en daarna een paar regels te schrijven alvorens de rest wakker werd.
Dit jaar gingen we meer richting het oosten. We negeerden Luik en kwamen in een ander deel van België, en dan wel in de buurt van Spa. Spa is uiteraard bekend van het water, maar is ook de naamgever van de luxe badhuizen en verzorgende behandelingen. En, niet te vergeten, het beroemde circuit Spa-Francorchamps.
In de buurt is echter een strekking van woorden. Want een tripje Spa kostte mij en Thygo een klein half uur over een paar kilometer. Een paar kilometer aan bochtige, klimmende en dalende wegen. Elke paar honderd meter popten mijn oren omdat we weer in een andere druklaag kwamen. Het leek wel of we in een vliegtuig zaten!
Nu zaten we ook niet in de middle of nowhere. In elk geval niet helemaal. Ons huis maakte deel uit van een dorp. Een dorp in verval. Ik heb het gewaagd af te dalen naar het centrum. En misschien omdat het een zondag was, maar het was uitgestorven. Er was een kerk, een school en ik dacht een café. Maar het café bleek gesloten. De deuren gebladderd en, net als bij meerdere panden, de ramen kapot!
Doordat we niet helemaal in de middle of nowhere zaten was het zwembad bij het huis in de nachten verboden terrein en werd ons gemaand stil te zijn na tien uur. Buiten tenminste.
De omgeving was verder prachtig. Vanuit de woonkamer keken we op een dal met aan de andere kant een opkruipende heuvel die bezaaid was met verkleurende bomen. Rijdend naar Spa overwoog Thygo serieus zijn auto stil te zetten en een foto te maken van zijn auto in de bossen. De bomen getooid met roodgouden bladeren die langzaam neerdwarrelden, gaven een sprookjesachtig effect.
En toch had het iets beklemmends. Niet alleen de oren die vreemd deden wanneer je een boodschap ging doen. Niet de huizen die verlaten waren en in verval of de kenmerkende slechte Belgische wegen. Ik kon mijn vinger er niet op leggen en begreep het ook niet. Het was prachtig die heuvels. Het was interessant om een beekje te zien dat zich over stenen liet voortstromen. Vrij water, dat is toch iets anders dan de sloten en gekanaliseerde rivieren van Nederland.
Pas toen we maandag terug reden en Breda waren gepasseerd begreep ik het. Ik miste uitzicht! Heuvels zijn mooi, maar je ziet niet voorbij die heuvel! Rijdend over de A27 kon ik in de verte kijken en meerdere dorpen en stadjes zien. De vlakte zouden sommige beschrijven als saai. Maar ik was blij om van boven tot onder horizon te hebben.
Een oernederlands polderlandschap. Saai. Het toppunt van maakbaarheid en industrialisme. Ver van de bergen van de Alpen. Een eind van de heuvels van de Ardennen. Gehaat door velen. Maar ik zou elke goudgekroonde boom verruilen voor het uitzicht dat alleen de polder bieden kan.