Achteraf win ik elke discussie. Ben ik de enige daarin? Ik raak in conflict met iemand om de een of andere reden. En dat spookt dan nog uren, soms dagen, door mijn hoofd. En wanneer ik in bed ga liggen, of douchen, weet ik precies wat ik had moeten zeggen! Onder de kletterende stralen weet ik met woorden en bewegingen mijn tegenstander tot rede te manen. Gelukkig is die er niet bij, want ik heb geen zin om te douchen met kijkers. Maar aan de andere kant: was die er maar geweest! Dan zou ik hem eens vertellen waar ik op stond en waar ik eerder niet op kon komen!
Maar ik ben ook een beetje een angsthaas en zou die discussie niet aan durven, zelfs als die persoon voor mij had gestaan. Ik zie zat dingen waar ik een mening over heb maar waar ik niet op reageer. Deels om mensen niet voor het hoofd te stoten. Deels omdat ik gewoon geen zin heb in stress en gezeur. Een paar jaar geleden moest ik elke week medicijnen halen en nam daarvoor altijd een omweg.
Niet omdat deze weg sneller of korter was. Maar omdat het een fijnere weg was. Ik hoefde zo niet door smallere straatjes waar ook fietsers en voetgangers los rond liepen. Gewoon over de aangewezen weg voor auto’s. Het duurde iets langer, maar het scheelde een hoop stress. Of confrontaties waar ik me later voor zou kunnen schamen.
En ik kan me lang schamen voor dingen waarvan ik vind dat ik die fout gedaan heb. Jaren terug had ik een conflict met een vrachtwagenchauffeur tijdens het invoegen en ik heb daarbij bijna een andere auto van de weg gereden. Nu is niemand gewond geraakt, wat het belangrijkste is. Maar ik krijg de kriebels wanneer ik eraan terug denk. Zowel die chauffeur als de bestuurder van een andere auto moeten gedacht hebben met een maniak van doen te hebben! En ze zouden mij vast nog herkennen. Ook al heb ik nu niet meer dezelfde auto.
Of dat ik een keertje bij een stel roltrappen een vrouw bijna ondersteboven gelopen heb. Zij boos, en ik me van geen kwaad bewust. Ik zie haar nog met een woedende blik de roltrap op gaan. Wellicht dat zij deze episode allang vergeten is, maar ik weet het helaas nog wel.
Of, heel lang geleden, op koninginnedag. Het was feest in het dorp en het was een zonnige dag. Ik was de spelletjes in de opgezette tent helaas al snel beu. Ik bedoel: het idee van spijkerpoepen staat me al tegen! Laat staan dat ik het werkelijk ga proberen. Maar mijn ouders moesten nog bij mijn broertjes blijven die zich nog wel vermaakten.
Zodoende kwam ik aan bij een huis waarvan de deuren op slot zaten. Maar ik was geduldig en ik zou wel even wachten. Dat laatste moet genomen worden met een korrel zout. Ik was misschien zes of zeven en was op gegeven moment het wachten toch wel zat. Ik stak de weg over omdat ik vanaf daar het best overzicht had. Wanneer iemand eraan zou komen om de deur open te doen zou ik die moeten kunnen zien.
Ik rende de weg over, keek. Maar er kwam niemand aangelopen met de sleutel. Dan maar weer terug naar de voortuin om verder te wachten. Er bestonden toen nog geen telefoons of tablets om je te vermaken tijdens het wachten. Dus er was alleen maar wachten.
Achteraf gezien denk ik dat ik de fietsers wel gezien had. Een gezinnetje op de fiets, jonge kinderen in een zitje voorop bij het stuur. Maar ik schonk er geen aandacht aan en stormde de weg weer op richting de oprit. Misschien gelukkig hadden die fietsers mij wel gezien. Of misschien niet. Ik heb hieraan geen geweldige herinnering meer, niet zo gek; het is bijna dertig jaar geleden en komt uit een kinderbrein. In mijn herinnering word ik in elk geval omver gereden door een van de fietsers die ook nog eens omvalt. Huilende kinderen! En de vader, een volwassen man, die mij de huid vol staat te schelden.
Geschrokken ben ik, huilend, achter de auto op de oprit gaan zitten. Ervan overtuigd dat de boze man mij opwachtte aan de overkant van de straat. Ik heb ze daarna nooit meer gezien maar het is een van de oudste herinneringen waarbij ik “cringe” zoals de pubers van tegenwoordig plachten te zeggen.
Ik zou nu eigenlijk ook niet weten wat te doen. Beter opletten of een groep fietsers eraan komt en niet vlak voor hun wielen oversteken? Mijn excuses maken en proberen op te lossen in plaats van geschrokken huilend weg rennen? Als volwassene vast wel. Maar als die vader het waagt mij uit te schelden dan zal ik hem, onder de douche, een koekje van eigen deeg geven!