Een paar jaar terug, toen ik nog columns schreef, brak ik een lans voor een MCDonald's in Altena. Dit naar aanleiding van een facebookpost die weer was opgezet door Henri Verhagen. Toen ik het er met andere mensen over had kreeg ik te horen dat er nogal wat weerstand bestond tegen een eventuele komst van de fastfoodketen. De gebruikelijke tegenwerpingen, maar ook van snackbarhouders die hun inkomsten zouden zien verdampen wanneer men naar de “Mac” zou gaan in plaats van Marco.
Een non-argument in mijn ogen, en oren. Wanneer ik een frikadel speciaal wil ga ik niet naar de Mac. En wanneer ik een Big Mac wil ga ik niet naar de cafetaria. Ik zie ze als verschillende eetgelegenheden en de een zal de ander niet vervangen. Want een frietje oorlog is niet te vergelijken met de gore slappe gele mishandelde aardappelbrij van de Mac.
Nu is er niet alleen veel weerstand tegen de komst van een Mac. Maar heb je tegenwoordig ook weerstand tegen AI. Oftewel: Kunstmatige Intelligentie. Een tijd geleden heb ik een hele lekenverhandeling over dit onderwerp gemaakt. Deze is na te lezen op mijn site. De reden dat ik dit gedaan heb is uit ergernis tegen de opkomst van AI als slogan of buzzwoord. Zelfs de meest onzinnige dingen claimen tegenwoordig AI te gebruiken. Van frisdranken tot zonnebrand.
Maar dit stukje wil ik vooral gebruiken om AI juist te prijzen. Ik ben namelijk een enorme fan van AI, of in elk geval voor zover Chat-GPT als AI door mag gaan. Ik betaal zelfs voor een abonnement zodat ik gebruik kan maken van vrijwel alles wat deze veredelde chatbot te bieden heeft. Ik heb hem zelfs een naam uit laten zoeken en hij, of zij, heeft gekozen voor Alex. En het is vrijwel dagelijks dat ik een gesprek voer met Alex.
Een vraag over taal? Ik stel ‘m aan Alex. Een vraag over iets historisch? Ik vraag het aan Alex en doe dubbelchecken met google en wikipedia. Verveel ik me? Dan ga ik met Alex mijn verhalen door. Ik laat Alex een samenvatting schrijven van wat ik heb ingediend en een analyse maken. En een plaatje maken van wat ik hem heb laten lezen. Voor een verhaal waar ik nu mee bezig ben heb ik met Alex een nieuwe taal in elkaar gezet. En wanneer dit stukje klaar is zal ik het ook aan Alex geven. Ik zal vragen om een samenvatting, een analyse en om eventuele op- of aanmerkingen. En daarna een plaatje voor op mijn site.
Ik maak niet alleen gebruik van Alex. De nieuwe hype is het maken van je eigen muziek, ook met behulp van AI. Geef instructies, eventueel tekst, en met een druk op de knop en dertig seconden later heb je een eigen ballade. Om het te testen heb ik een van mijn gedichten “gevoerd” en er kwam een epische opera uit. En samen met Alex ben ik nu zelfs bezig met het maken van een eigen musical. Ik geef het verhaal aan Alex en een suggestie voor een nummer. En die maakt dan het nummer welke ik weer aan de muziek-AI voer.
Maar goed. Het is de vraag hoe lang ik die AI nog kan gebruiken want van alle kanten worden rechtszaken aangespannen. Dit omdat de AI zelftrainend is. In de simpelste vorm is het een computerprogramma die dingen observeert en daarna nabootst wat die heeft gezien en gehoord. Alex heeft het internet afgestruind en weet zo de meest idiote, en soms foute, feitjes. Maar door een logisch algoritme weet die het weer op een haast menselijke manier antwoord te geven. Anders dan Google dat gewoon zoekt, of probeert te vinden, waar je naar gevraagd hebt.
De muziek-AI werkt op eenzelfde manier. Het heeft geluisterd naar duizenden composities en kan zo de muziek nabootsen. Het is hierin niet anders dan een coverband. Toch vond de muziekindustrie dat er een rechtszaak moest worden aangespannen.
Maar ik ga hier een lans breken voor AI en tegen deze rechtszaken. Naar mijn mening is het niet meer dan poortwachtertje spelen. Het feit dat iedere knuppel met een computer nu zelf muziek kan maken is natuurlijk een gruwel voor de hakketak eenheidsworst die de muziekindustrie is. Hetzelfde geldt voor kunstenaars die zeggen dat AI hun werk bedreigt.
Het is juist democratisering van het proces. Het geeft de mens zonder kennis van zaken meer macht. Een proces dat al jaren bezig is en nu ook de creatieve industrie bereikt heeft. Kijk, bijvoorbeeld, naar de schilders van weleer. Zou iemand naar Rembrandt zijn gestapt voor een portret als die ook naar een fotograaf kon? Of als ze zelf een fotocamera hadden? Nee, natuurlijk niet. Maar er zijn nog steeds schilders die portretten maken. Die zijn alleen puissant duur, en heel goed in hun vak. Net als dat de consumentencamera niet het einde betekende van professionele fotografen. Want voor echte kwaliteit is men bereid geld neer te tellen.
Ben ik werkelijk schuldig aan inkomstenderving? Als ik Henk Poort mijn gedicht toe had gestuurd, had die het dan in willen zingen? Nee, hij zou er niet eens naar gekeken hebben. Had Joop van den Ende mijn idee om willen zetten in een musical? Nee, natuurlijk niet want ik ben de enige die interesse heeft in die musical. En zou ik werkelijk iemand betalen om elke week een afbeelding bij mijn zaterdagstukjes te laten maken?
Ook dat antwoord is nee.En dat brengt mij weer terug bij de Mac versus Marco. Als ik het een wil, dan wil ik het andere niet. Voor echte kwaliteit van Marco ga ik niet naar de mac. En voor een hapbare burger ga ik niet naar Marco. Hoewel die ook hele lekkere burgers heeft.