Afgelopen zondag las ik een nieuwsbericht dat mij op een vreemde, nostalgische, manier raakte. De afgelopen jaren barstte het van dat soort nieuwsberichten, en deze valt in diezelfde categorie. Hetzelfde had ik namelijk toen de V&D moest sluiten. Het warenhuis waar ze alles hadden, maar net niet wat je zocht. Toen de deuren dicht moesten had ik een gemengd gevoel. Aan de ene kant was ik bedroefd. Er lag historie bij de V&D. Ik had er ooit gewinkeld voor schoolspullen. En ik had de game GTA San Andreas voor de PlayStation 2 daar gekocht. Dat laatste resulteerde in een leuk gesprek met de jongen achter de kassa over de mogelijkheden van de game.
Of ik daarna ooit nog iets gekocht heb bij het warenhuis weet ik niet meer. Dus, ja. Meer dan nostalgie was het niet dat verloren ging. Ik was een van de redenen dat het warenhuis sloot. Hetzelfde gold voor de elektronicaketen Dynabyte. Hoeveel uren ik niet in de vestiging in Vlissingen heb doorgebracht, kijkend naar de computers, laptops en games die ik niet kon betalen.
maar dit is een nostalgie van een andere categorie. Hoewel je het ook een keten kunt noemen. En voor deze nostalgie moeten we heel ver terug. Toen gingen we namelijk, als gezin, nog naar de kerk. En dan specifiek naar de gereformeerde, later PKN, kerk in Rijswijk. Dezelfde kerk waar mijn oma ook naartoe ging.
Als kind was het elke week vervelen in de harde houten banken. Af en toe zingen en daarna luisteren. Ik keek liever omhoog naar de lampen. Om de een of andere reden vond ik die lampen, of de vorm waarin ze waren geplaatst, facinerend. In mijn fantasie leken ze een beetje op boten en ik legde daarom altijd de link met de Ark van Noach. Wat natuurlijk logisch is in een kerk.
Wat ik minder logisch vond was de kinderenevendienst. Niet echt een dienst, laat staan dat je er je neven te zien krijgt. Het was gewoon knutselen voor kinderen terwijl de volwassenen achter bleven. Ik vroeg me altijd af wat die te horen kregen dat de kinderen weg moesten. Waarschijnlijk de vieze delen uit de bijbel. Of ze hielden een tupperwareparty, dan moest ik ook altijd vroeg naar bed. Je moet wat op je zondag.
Later gingen we niet meer naar de kerk en kwam ik er alleen maar op bepaalde, of onbepaalde, gelegenheden of ging met mijn oma mee. Tijdens een fancy-fair bijvoorbeeld. Waarschijnlijk om de kas wat te spekken werden spullen en diensten aangeboden. Waaronder de mogelijkheid een foto te laten maken en jezelf in te laten plakken op het statieportret van koningin Beatrix. In plaats van Claus stond jij dus naast hare majesteit!
De laatste keer dat ik er was, was bij de tachtigste verjaardag van mijn oma. We hebben de boel flink op stelten gezet. Met tafels geschoven, de koffieautomaat overuren laten draaien en de wifi misbruikt voor muziek. Tussendoor ben ik weggeglipt en heb een rondje gelopen door de preekzaal. Toen vielen mij weer de typisch geplaatste lichten op.
Het geloof in een god verloren had het toen al iets nostalgisch. Ik wist dat ik er misschien nog maar één keer zou komen. In mijn tienerjaren ging ik nog wel eens een keer naar mijn oma op een zondag om mee te gaan naar de dienst. Ik was toen heel enthousast omdat er een baby gedoopt zou worden. Al lag dat vooral aan het feit dat ik de “p” in dat woord niet hoorde en ik ervan uit ging dat er een wel heel satanistisch ritueel zou worden opgevoerd.
Niks van waar. Want ook ik ben in deze kerk gedoopt. Tegelijkertijd met mijn broertjes, en ik was ervan overtuigd dat er in het doopvont goudvissen zaten. Helaas mocht ik die toen niet bekijken.
En nu kan niemand het meer uitvinden. In het nieuwsbericht van afgelopen zondag las ik dat de laatste dienst plaats had gehad. De gemeente, en daarmee de kerk, hield op te bestaan. Mijn oma had het al tegen mij gezegd, een tijd geleden. Maar toch, om het zo in de krant te lezen, gaf mij een triest gevoel van nostalgie. Net als het nieuws van de V&D en zoveel andere winkels gedaan hebben.