Hoewel ik erg geïnteresseerd ben in geschiedenis heb ik af en toe moeite om het in perspectief te plaatsen. Een paar jaar geleden las ik de stelling dat de laatste Egyptische Farao, Cleopatra, dichter bij de maanlandingen leefde dan de bouw van de piramiden in haar eigen rijk!
Het klinkt ongelooflijk, maar het is waar: tussen Cleopatra's sterfdatum (12 augustus 30 BCE) en de maanlanding door Neil Armstrong (20 juli 1969 CE) ligt bijna 2000 jaar. Terwijl Cleopatra dichter bij de maanlanding leefde, werden de grote piramiden van Gizeh veel eerder gebouwd, namelijk tussen 2600 en 2500 BCE.
Het mag dus geen wonder heten dat welgestelde burgers in de oudheid al op vakantie trokken naar Egypte om deze stenen driehoeken te aanschouwen. Het verhaal gaat zelfs dat Julius Caesar, de minnaar van Cleopatra, de grote piramiden bezocht heeft, puur uit toeristisch oogpunt.
Maar ook dichter bij onze tijd kan het perspectief zoek raken. Toen ik in 2019 op cruise ging en aan de praat raakte met twee dames, werd ik daaraan herinnerd. De oudere van de twee vertelde hoe ze trouwde en prompt op straat werd gezet door haar werkgever. ‘Dat was toen zo!’ En om het nog erger te maken, mocht ze ook geen eigen bankrekening hebben. Daarvoor moest haar man meetekenen bij de bank.
Ik heb het hier niet over Saudi-Arabië waar vrouwen pas sinds 2018 mogen autorijden. Maar over Nederland in de jaren vijftig! Vrouwen kregen eerder stemrecht dan dat ze het recht hadden op een eigen baan of zelfs bankrekening! Ze moesten maar hopen dat manlief hen de guldens toe schoof om het huishouden te runnen. Want voor iets anders werden vrouwen niet in staat geacht.
En deze jaren vijftig zijn nog maar vijfenzestig jaar geleden afgelopen! Minder dan een mensenleven. Wat anders er ook nog minder is dan een gemiddeld mensenleven werd afgelopen week herdacht.
Afgelopen week was het tachtig jaar geleden dat de stranden van Normandië werden bestormd door de Geallieerde troepen. Amerikanen, Britten, Vrije Fransen en duizenden soldaten uit bezet Europa daagden de terreur van het Derde Rijk en de dood zelf uit om in naam van recht en vrijheid het westelijk front te openen.
Mannen, jonger dan ik nu ben, die uit vliegtuigen sprongen en met landingsboten de rotsige kust naderden. Tachtig jaar geleden.
Ik ben bekend met films, boeken en games over dit historische moment. Toen ik nog jong was, draaide ik de videoband van “The Longest Day” helemaal grijs! En dat was best wel een prestatie voor een zwart-wit film. Telkens weer was ik onder de indruk van de armada van schepen die het kanaal over voeren. Het bombardement op de Duitse bunkers. Het ongeloof op het gezicht van de Duitse commandant bij het zien van de lange rij schepen die recht op hem toe voeren.
Ik had minder met Saving Private Ryan. De bestorming van de stranden was dan wel realistischer in die film. Maar ik vond de tactiek achter de slag indrukwekkender dan realistisch in het rond vliegende ledematen.
Met al die media zou je bijna vergeten, net als ik dat deed, dat dit minder dan een mensenleven geleden is. Wanneer ik een film kijk over de Tweede Wereldoorlog weet ik dat het echt is. Echt gebeurd. Maar de vreemde wreedheid van de duistere Duitse bezetter geeft mij ook een idee dat ik naar pure fictie aan het kijken ben. Een Lord of the Rings met vuurwapens in plaats van tovenaars.
En dat terwijl mijn oma al leefde toen het gebeurde! Ze was te jong om er herinneringen aan te hebben of een werkelijk besef te hebben van de oorlog en de bezetting. Maar ze was er wel! Net als de duizenden jongens die, op van zenuwen en doodsangst, de stranden bestormden en ervoor zorgden dat ik het idee mag hebben dat het enkel fictie is.
Aan wat er toen gebeurd is kan de huidige generatie niets veranderen. Alleen af en toe bedenken dat het geen fictie is. En in vergelijking tussen de bouw van de piramiden en de regering van farao Cleopatra heel dichtbij in de geschiedenis.