Jaren terug deed ik mee aan de “Foute Quiz” op de zender die het Foute Uur als een van de hoogtepunten van de dag heeft. Ik heb twee antwoorden ingestuurd waarvan de eerste goed, en dus eigenlijk fout was. Ik had de regels niet goed door. Het doel van de quiz was dat het antwoord welke je gaf fout moest wezen. Toen ik de eerste keer als antwoord op “Wie is de grote tegenstander van de Smurfen” de naam “Gargamel” doorstuurde kreeg ik geen respons.
Toen ik later in de week weer een vraag voorbij hoorde komen, besloot ik het deze keer beter te doen. Op de vraag hoeveel foute nummers er in de foute top 1000 staan besloot ik: “iets meer dan een miljard” te antwoorden.
Persoonlijk vond ik het een perfect nonsens-antwoord. Het geeft geen enkel feit weer, en het is daarom per definitie fout. De top duizend geeft al aan hoeveel nummers erin voorkomen. Maar mijn antwoord gaf niks aan. “iets meer dan een miljard”. Is dat “iets” gebaseerd op de miljard? Dan kan honderd miljoen meer alsnog “iets” zijn. Of gebaseerd op normale perceptie? Dan kunnen het er tien zijn, of misschien twintig.
In deze wereld van zekerheden is het soms wel fijn om een beetje onzekerheid te hebben. De rol van een dobbelsteen, blind een kaart trekken of iets proberen te winnen met een loterij of een kraskaart. Van die veilige onzekerheden. Daarom vind ik van die zekere onzekerheden soms ook wel grappig. Neem de opening van het parlementaire jaar: de derde dinsdag in september!
Het is duidelijk, maar tegelijkertijd ook onduidelijk. Het is geen vaste datum waarop we de meeste dingen plannen. En, wanneer je erover na gaat denken, dan zijn zelfs datums zelf het eindresultaat van een mikmak. Het is bijna 1 januari. Maar wat voor een dag is 1 januari?
Het is alleen bijzonder omdat er ooit is besloten dat de eerste januari de eerste dag van het nieuwe jaar is. Ik heb op de kattenbak ooit geleerd dat het wel enige betekenis had omdat Jezus op 1 januari, volgens de traditie, besneden zou zijn.
Maar zoals 1 januari de eerste dag van het nieuwe jaar is, zo is eenendertig december de laatste dag van het oude jaar. En zoals iedereen tegenwoordig doet is het dan tijd om terug te kijken. Te reflecteren, rapport op te maken. De Rabobank gaf mij een overzicht van mijn in- en uitgaven, mijn muziek-app over de muziek die ik beluisterd heb. En ik ga in in mijn geval opmaken wat ik geschreven heb.
Ten eerste ging het schrijven zelden zo goed als afgelopen jaar. Waar ik in de afgelopen jaren meer dan eens met de handen in het haar zat op zoek naar een onderwerp ging het nu elke week vlekkeloos. Sterker: soms hoefde ik weken niets te doen omdat ik in één week drie of vier stukjes schreef. Dit is ook een van de eerste jaren waarin ik meerdere keren opvolgstukjes had.
De Zalm bestond uit drie delen. Als een Adelaar evenzo. De onderwerpen kwamen ook makkelijk aangewaaid, al was het maar omdat ik voor het eerst werkelijk geen enkele rem gebruikte bij het verzinnen van stukjes. Wanneer ik ergens ging eten was ik al op zoek naar een onderwerp. En ik heb nog steeds een paar onderwerpen open staan voor volgend jaar.
Ik heb geen favoriet stukje voor dit jaar. Ze waren vrijwel allemaal leuk en interessant om te schrijven en te bedenken. Waar ik me elk jaar wel weer zorgen om maak is het kerstverhaal. Al in augustus begin ik te bedenken waarover het moet gaan en ik had aanvankelijk iets over een ster in gedachten. Of een planeet. Die zou langs gaan bij andere hemellichamen en uiteindelijk iets leren over kerst.
Dat verhaal is, uiteraard, niet gelukt. Meer dan een vaag concept lukte niet. Toen bedacht ik Tom en Bas. Eerst zou het verhaal andersom zijn en zou Tom op zoek gaan naar hulp voor zijn jonge hond. In de scène zelf besloot ik het om te draaien en zou juist de hond op zoek gaan naar hulp voor zijn jonge baasje.
In elk geval heb ik voldoende geschreven dit jaar. En ik heb nog een hoop ideeën voor volgend jaar. Iedereen een fijne jaarwisseling!