Het barst van de erecodes of uitspraken om iemand aan zijn woord te houden. Een man een man, een woord een woord. Wie A zegt moet ook B zeggen. Belofte maakt schuld. Dat soort dingen. Ze komen er in elk geval op neer dat ik vorige week schreef dat ik het eigenlijk vaker over mijn katten zou moeten hebben. En omdat ik het gezegd heb moet het dus.
Ten eerste een introductie; ik heb mijn hele leven al katten. Toen ik een jaar of vijf was kreeg ik mijn “eigen” katertje, deze doopte ik Frits. Ik weet niet wat het werkelijke probleem was maar Frits was niet echt gesteld op mij. Nu zijn katten niet bekend met het idee van “eigenaarschap”. Iedereen met katten zal zeggen dat jij geen katten hebt, maar katten hebben jou!
Ik had meer met de familiekat, Duckey. Die was al ouder. Zonder in te gaan op hun karakters en uiteindelijke lot heb ik later nog meer katten gehad. Duckey II, Bacchus, Koe. Toen ging ik op mezelf wonen, in een appartement. Geen geschikte plek voor een kat. Toen ik dus verhuisde naar Werkendam en een woning kreeg vond ik dat ik er klaar voor was.
Ik was er nog niet echt mee bezig en was nog aan het settelen toen mijn moeder en stiefvader voor de deur stonden met twee pikzwarte katjes. Een mannetje en een vrouwtje. We zetten de kattenmand neer in huis en zetten het deurtje open zodat ze, wanneer ze het zouden willen, op onderzoek uit konden gaan. Het mannetje verliet als eerste de kattenmand en kreeg van mij de naam “Marco” naar Marco Polo.
De tweede doopte ik Lisa. Dat omdat ik het toen, en nu nog steeds, een mooie naam vind. Hun gezamelijke bendenaam was: “De Mini’s”. De Mini’s zorgden nogal eens voor problemen. Zo kwam ik op een ochtend beneden en ontdekte ik een kater zonder hoofd! Nou ja, het hoofd was er wel. Dat zat klem in een leeg blikje katteneten. Blijkbaar had Marco de verleiding niet kunnen weerstaan en geprobeerd de laatste beetjes vlees eruit te likken. Omdat hij verder nog goed leek besloot ik hem uit te lachen, een paar foto’s te maken en daaarna te bevrijden.
Maar er waren ook onverklaarbare zaken. Zo kwam ik op een dag thuis en werd ik opgewacht door mijn overbuurman die een rillende Marco in zijn handen had. De Mini’s waren opgesloten geweest in de keuken, maar wellicht had ik de deur niet goed dicht gedaan. Daardoor was Marco op de bovenverdieping gekomen en op een onbewaakt moment uit het openstaande raam gevallen. Gelukkig had mijn buurman dat gezien en had hij Marco tijdelijk bij zich gehouden.
Ik legde de schuld van die ontsnapping bij mij en zorgde vanaf dat moment dat ik de deur goed dicht deed. Tot ik op een zondagochtend wakker werd van gebonk en geschraap aan mijn slaapkamerdeur. Bang kroop ik weg onder de dekens. Ik woonde nog niet zo lang in dit huis en had eerder al vermoed dat er iets bovennatuurlijks moest wezen. En dit was het bewijs! Iets duivels probeerde mijn slaapkamer in te komen!
Het is voor discussie vatbaar of ik gelijk had. De klink ging uiteindelijk naar beneden en de deur piepte op een kier. Twee zwarte, miauwende Mini’s sprongen op mijn bed. Danig in hun sas dat ze mij hadden weten te vinden en er zelf waren gekomen! Ze hadden de keukendeur open gekregen en nu ook de slaapkamerdeur! Vanaf dat moment moest de deurklink dus omhoog zodat ik niet vaker bezoek zou krijgen. Ik hou van mijn ruimte bij het slapen!
Een laatste anekdote is dat ik ze probeerde aan te leren om op spinnen te jagen. De Mini’s waren net een paar weken bij mij toen ik ineens getrippel hoorde. Over de vloer bewoog zich een grote zwarte spin voort. Van de bank naar het televisiekastje. Op mijn aansporingen werd niet gereageerd. Twee paar kattenogen keken mij verbaasd aan toen ik ze wees op de spin en zei dat ze die moesten vangen en doden.
Dan maar zelf aan het werk. Ik verbouwde de woonkamer terwijl de Mini’s mijn gedragingen met enige verbazing gadesloegen. Zelfs toen ik in de weer ging met deodorant en een aansteker waren ze meer verbaasd dan bang dat hun baasje zo uit zijn dak ging. Toen ik de potentiële taurantula naar een andere wereld had geholpen hoorde ik ze denken; we zijn bij een idioot geplaatst!
Aan het verhaal van de Mini’s komt echter abrupt een einde. Marco was al eens een paar weken vermist geweest en daarna op een avond tevoorschijn gekomen. Ik maakte me aanvankelijk dan ook geen zorgen toen het weer gebeurde. Wellicht dat hij zich ergens te buiten ging. Tot ik het nieuws hoorde dat Marco was geschept door een auto. Zijn lichaam was naar de dierenarts gebracht en waarschijnlijk allang afgevoerd. Sowieso al klote om te horen, of mee te maken. En ik hoorde het ook nog eens op de dag dat mijn opa overleed.
Van de twee Mini’s schoot er nog maar één Mini over. Maar Lisa zou niet lang meer alleen blijven. En daar vertel ik ooit nog wel eens over.
Een AI-afbeelding van de streken van Marco en Lisa