Het is alweer februari. Ik kan toch, onmogelijk, de enige zijn die het gevoel heeft met zijn ogen geknipperd te hebben en dat de januarimaand al voorbij is? Wie op mij af zou stappen en zou beweren dat het nog maar twee weken geleden is dat het jaar wisselde en de champagneglazen klonken zou ik gelijk geven. Want aan de rest van de tijd heb ik, om onze vertrekkende premier te quoten; geen actieve herinnering.
Ik weet dat we een hele maand verder zijn. Maar het is gewoonweg vergaan in een werveling van kleuren. Zo lijkt het. Nu heb ik ooit eens een onderzoek gelezen dat naarmate je ouder wordt de tijd inderdaad sneller, lijkt, te gaan. Je perceptie van tijd verandert. Was als kind een kwartier een hele lange tijd. Als volwassene is een kwartier weer een oogwenk.
Als voorbeeld heb ik dat ik vroeger bij een vriendje ging spelen. Zijn familie had een computer, maar daar mochten we niet altijd mee spelen. Het liefst had de moeder van dienst dat we buiten speelden, of anders binnen; met blokken, poppetjes of een bordspel. Na enig zeuren mochten we er wel achter, maar dan na een bepaalde tijd. Een kwartier, of een half uur. Wellicht in de hoop dat we in die tijd iets anders gingen doen.
Helaas, voor haar, was onze drang naar digitaal entertainment zo groot dat, in plaats van onze tijd anders te besteden, we voor de klok gingen zitten. Met enige fantasie konden we de minutenwijzer zien bewegen. Die minutenwijzer speelde een soort spel. Die bewoog nooit wanneer je keek. Alleen wanneer je niet keek.
Je wordt vanzelf melancholisch wanneer je denkt aan zulke anekdotes. Toen nam ik nog de tijd om naar de klok te kijken. Toen leek tijd nog werkelijk tijd in beslag te nemen. Tegenwoordig lijkt zelfs dat niet meer zo te zijn.
Ik heb het al gehad over het tijdsverloop van een maand. Maar wat dacht je van een jaar? Een jaar dat ook maar een knipper met de ogen lijkt te duren? Of leek te duren. Afgelopen donderdag was het een jaar geleden dat mijn nichtje Nadine werd geboren.
Elke geboorte is bijzonder. En elke baby natuurlijk ook. Want ineens is er, na negen maanden, een piepklein mensje. Het heeft een hoofdje, het heeft piepkleine vingertjes, nageltjes en teentjes. In alles lijkt het een mens, maar ook weer niet. Het slaapt, het jankt, het poept en het zuigt liters aan moeder of poedermelk.
Katinka Polderman heeft het in haar “Ongenuanceerde Antikinderlied” over mini-hitlers die enkel voor hun eigen zelfbehagen willen zorgen. Nu heeft ze het over kleuters in dat lied. Maar dat is voor baby’s niet minder! Pas wanneer ze ouder worden weten ze een beetje toe te voegen aan de maatschappij.
Maar als oom hoeft dat mijn mening niet te zijn, en is dat mijn mening ook niet. Net als met Fedde en Melle voor Nadine mag ik genieten van de mooie momenten. Dat ze aan het lachen is, dat ze de kat aait. Begint te kruipen, daarna opstaan en ze heeft zelfs haar eerste stapjes al gezet!
Als oom heb je de taak om je neefjes en nichtjes vieze woorden aan te leren en om hun ouders te pesten met cadeautjes voor hun kinderen! Zo zie ik mijn taakomschrijving in elk geval. Geen speelgoed wordt gegeven zonder dat er batterijen in moeten en het lawaai maakt! En mocht een van mijn neefjes een verboden woord gebruiken moet ik er eigenlijk voor zorgen dat ik het ze geleerd heb!
Nu is Nadine daar nog niet helemaal aan toe. Maar ze is wel een symbool van hoe snel het kan gaan in een jaar. Van een hulpeloze kleine luiervervuiler naar een meisje dat daadwerkelijk haar eerste stappen zet in de wereld. Voor haar gaat het waarschijnlijk te langzaam, maar voor ons volwassenen eigenlijk veel te snel!