Na een paar weken vakantie ben ik weer terug! Het is niet dat ik tijdens de vakantie geen tijd heb om te schrijven, maar ik wil me niet bezighouden met het plaatsen van stukjes. Vooral niet wanneer ik in het vliegtuig zit of mijn spullen aan het inpakken ben.
In elk geval ben ik weer terug! Opgeladen en vol met inspiratie voor nieuwe stukjes. De vakantie was naar Kreta. Een grotere, Griekse versie van Terschelling. En iets meer heuvels en bergen. Als jongetje uit de polder ben ik altijd onder de indruk van elk landschapselement hoger dan acht meter. Dus toen we over het eiland reden, keek ik vol ontzag naar de bergwanden van massieve rots die aan ons voorbij trokken.
Mijn gebrek aan confrontaties met bergen maakt dat ik ook vergeet hoe bergen precies werken. In mijn geestesoog is elke berg een enorme klif in het landschap. Een rechtstaande muur waar alleen de beste klimmers met uitrusting raad mee weten.
Dit is natuurlijk niet waar. Of niet helemaal. Op Kreta zijn er inderdaad kloven en bergwanden die er zo uit zien. Maar er zijn ook vergen met een geleidelijke wand waar gewoon huizen tegen gebouwd worden. Zoals het huis waar wij verbleven, waar zelfs ruimte was voor een terras en een zwembad.
Vanaf het terras hadden we een adembenemend uitzicht over de Plakias-vallei en de baai waar het dorpje Plakias zelf lag. De droge maar op een of andere manier groene vallei van overdag veranderde in een zwart landschap met af en toe lichten van andere huizen en dorpjes bij nacht. Langs bergwanden waren de lichten van auto’s te zien die over een eerst onzichtbare weg door de nacht naar hun bestemmingen reden.
Het is mooi, en tegelijkertijd vreemd. Door die bergen is het leven en de infrastructuur heel anders. In ons koude en vlakke kikkerlandje zijn de wegen en snelwegen honderd jaar geleden ingetekend. Op Kreta hebben ze, met moeite, een weg door een kloof weten te krijgen. En daarna gaat deze hoofdweg, waar ook vrachtwagens over rijden, dwars door een dorpje waar de huizen midden op de weg lijken te staan.
Dit, omdat het natuurlijk zo is! Er is geen ruimte om een weg om het dorpje aan te leggen. Dus volgt deze de hoofdstraat zoals die er misschien al duizend jaar, of langer, ligt. Langs huizen die doorheen de eeuwen zijn opgebouwd en die niet een paar meter opzij gaan voor een weg. Of daar nu die vrachtwagens zijn of niet!
Ook voelde ik me af en toe een Amerikaan. Niet alleen door mijn omvang, maar vooral door het begrip: “100 kilometer is ver voor een Europeaan, 100 jaar geleden is lang voor een Amerikaan!”
Honderd jaar geleden is voor mij niet lang. Vijfhonderd jaar geleden is iets langer en duizend jaar geleden is heel lang. En als je ervan uitgaat dat het oudst gevonden skelet in Nederland 7500 jaar oud is, heb ik het over heel lang geleden en heel oud. Kreta doet echter niet aan die babygetallen. Loop een museum binnen en deze vertellen je graag dat de eerste bewoners van Kreta 150.000 jaar geleden op zijn komen dagen.
Terwijl Trijntje in de moerasdelta aan het poedelen was bouwden de bewoners van Kreta hun eerste dorpen en kleine steden en terwijl zesduizend jaar geleden Gonk en Bonk op de vlakte van de Veluwe hun knotsen vergeleken werd op Kreta gewerkt aan het enorme paleis van Knossos.
Hierover ga ik in elk geval de komende tijd nog meer schrijven. Voorlopig kan ik enkel treuren om het teloorgaan van de vakantietijd en de aankomende drukte en uiteindelijk sleur…