Ik zit niet op TikTok. Deels omdat ik al voldoende “sociale” media heb. En deels omdat ik vind dat de Chinese overheid al meer dan genoeg informatie over mij heeft. Ik krijg dus de meeste trends van dit immens populaire platform via de tweede hand te horen of lezen. Soms via de kranten, soms via andere websites. In elk geval was er vorig jaar blijkbaar een trend waar vriendinnen hun vriendjes belaagden met de vraag: “Hoe vaak denk je aan het Romeinse Rijk?”
Uit de antwoorden bleek dat dat verrassend vaak was. En na het lezen over deze trend ging ik bij mezelf te rade hoe vaak ik aan het Romeinse Rijk dacht. En dat is, inderdaad, toch wel meerdere keren per dag. En deels doe ik dat mezelf aan.
Nu is de voedingsbodem voor deze gedachten bij mij vruchtbaar te noemen. Op de basisschool had ik al een fascinatie voor het Romeinse Rijk. Gevoed door mijn leraar van groep zes. Die was niet alleen computergek, maar hij had ook voor de Romeinen een ontzag.
Het heeft mij op een spoor gezet van bijna dertig jaar vergaren en vergeten van kennis over de Romeinen. Over het bouwen van steden in computerspelletjes, het lezen over het rijk, het (proberen) schrijven van verhalen die zich in de Romeinse republiek of keizerrijk afspelen. En ook nu luister ik nog naar podcasts over de Romeinen en heb ik van de week nog een hoorcollege beluisterd over de val van het Romeinse Rijk.
Dat heeft in groep zes dus een slinger gekregen. En een groot deel komt ook door een themaweek in dat leerjaar. Groep zes had als onderwerp van die week, je raadt het al, de Romeinen! Dat hield in dat we een paar woordjes Latijn aangeleerd kregen. We leerden over de expansie van het rijk, de stedenbouw en dat we op een openbare thema-avond het klaslokaal hadden aangekleed als een Romeinse villa waar een feestje gebouwd werd.
Leerlingen werden geacht om, in toerbeurten, in Toga gezamenlijk op banken in het midden van het lokaal te liggen en te nippen van wijn (druivensap) en druiven weg te peuzelen. Een geknipte taak in een klaslokaal, zo denk ik er nog steeds over. De rest van de gedragingen van de Romeinen werden vakkundig vergeten en opgeschoond. En ja, gladiatorengevechten waren gewoon cool!
En over die gedragingen gesproken. De themaweek werd aangevuld met een schoolreisje naar het Archeon. Een kruising tussen een openluchtmuseum en een theaterpark waar bezoekers een “reis” krijgen door de vroege geschiedenis van Nederland. Van de oertijd met hutjes tot een middeleeuws Dorestad. En zo is er ook een hele sectie met de Romeinen.
Vreemd genoeg heb ik niet heel veel herinneringen aan dit uitje. Wel dat we een gladiatorengevecht bekeken. Een Romeins badhuis bezochten, waar het water te goor was om aan te zien, en er een klein tempeltje was gewijd aan een van de ontelbare goden van het Romeinse Rijk.
Er werd in dit tempeltje geen hoogmis opgevoerd. Maar de toekomst werd er wel voorspeld. En hoe! Voor de deur naar het binnenste van de tempel was een tafeltje en een stoel neergezet. En ineens komt de priesteres van dienst aan met… een dode rat! Ze legt het beestje op tafel en begint te vertellen hoe vroegere Romeinse priesters voortekenen zochten in dieren. En niet alleen hun gedragingen, maar soms ook letterlijk.
Voor het oog van joelende negenjarige jongens en piepende meisjes begint ze de rat grondig te ontleden. Een schouwspel dat ik niet heel lang heb bekeken, maar de goorheid stak het zwembadwater naar de kroon. En helaas voor de rat, ik kan me niet meer herinneren of de toekomst goed of slecht was.
Maar op de vraag; denk je weleens aan het Romeinse Rijk. Nou, voor dit zaterdagstukje in elk geval één keer!