Er zijn momenten dat ik niet weet waar ik het over moet hebben in mijn zaterdagstukje. Dan zit ik soms zaterdagochtend vroeg met een bak thee en mijn laptop in de hoop dat de inspiratie komt. Op zulke momenten is alles geoorloofd om over te schrijven. Niets is te gek, want er moet een stukje komen. Gek genoeg zijn die stukjes juist meestal beter gewaardeerd dan een zaterdagstukje waar ik volop inspiratie voor had en welke zo uit mijn handen het toetsenbord op vloeide.
De laatste maanden is het echter het tegenovergestelde. In plaats dat ik niet weet waar ik het over moet hebben heb ik juist te veel zaterdagstukjes. Iets wat ik een “backlog” noem. Er is een ware file aan zaterdagstukjes met allerhande onderwerpen die klaar staan om gepubliceerd te worden. Maar het is maar één keer per week zaterdag, en als er per week twee stukjes bij komen bouw ik een behoorlijke backlog op.
Wanneer je in de komende maanden dus iets zal lezen over “vorige week” of “van de week” of “afgelopen weekend” dan is de kans groot dat dit incident zich ergens in juli of augustus al heeft voorgedaan. Kijk dus niet al te vreemd op wanneer ik schrijf dat ik “vorige week” een ijsje ging eten in het centrum van Werkendam.
Het feit dat er meer stukjes zijn dan zaterdagen komt door een teveel aan onderwerpen. Bovendien wordt er nogal geschoven met stukjes. Een zaterdagstukje welke gaat over het eten van een ijsje kan, aangenomen, ook in november nog geplaatst worden. Er zijn soms onderwerpen met een hogere prioriteit. Zo ook deze week:
Maandag plaatste ik namelijk een foto op Facebook. Ik had een melding gekregen van mijn deurbel dat er iemand in mijn tuin liep. In eerste instantie negeerde ik dit bericht. Het zou wel een folderaar wezen, en soms ziet de camera mijn kat Frank ook aan voor een persoon. Of een pakketje.
Toen ik de melding ging bekijken sloeg de schrik mij om het hart. Het was geen foldermeisje, maar een volwassen man die dwars door mijn tuin liep en naar de ruit van de woonkamer koerste. Hoewel hij daar voor een groot deel buiten de camera stond, zag ik duidelijk dat hij naar binnen tuurde!
Bij de rotonde van Werkendam staat al maanden een informatiebord dat waarschuwt voor criminelen die zich voordoen als nepagenten. Maar een crimineel hoeft zich natuurlijk niet te verkleden om crimineel te zijn! Misschien, of wellicht, was dit een sujet dat mijn televisie had zien hangen en nu stond te bestuderen hoe hij die van de muur halen moest! Of hij keek of er nog meer mooie spulletjes mee te nemen zijn!
Kortom: code rood! Ik belde mijn overburen om te vragen of ze alle open deuren op slot wilden draaien en ik zelf maakte dat ik na werktijd thuis kwam! Misschien was de man al binnen en had hij zich ergens verstopt. Klaar om zijn beroving af te maken!
Gelukkig vond ik geen man. Maar ik bleef wel angstig. Daarom had ik het bericht geplaatst! In de hoop dat mensen gewaarschuwd zouden worden, al dan niet voor een inbreker dan wel voor een vreemde gluurder. En ik hoopte dat iemand zich zou melden dat hij, of zij, die persoon herkende. “Oh, dat is gekke Gerrit. Die doet dat wel vaker. Hij is verder onschuldig…”
Maar geen bekende van Gerrit kwam zich melden. En die nacht was er ook geen inbraak. De volgende dag pas kreeg ik duidelijkheid. Ik werd gebeld door het nummer van de woningbouw. Er was een klacht binnen gekomen over de staat van mijn (achter)tuin. De man die mij belde was op onderzoek geweest en had zelf vastgesteld dat “project oerwoud” een kritische staat had bereikt.
Ik wist nu dus dat dit de vreemde gluurder was. Ik zegde hem toe dat ik aan de tuin zou gaan werken. Intussen was ik woedend.
Niet dat het onterecht is; mijn tuin is een zooi! Ik ben de eerste die dat toegeeft. Af en toe doe ik een halfslachtige poging om op te ruimen, maar na een tijdje geef ik het op en besluit dat groen eigenlijk ook een mooie kleur is. Maar als iemand er last van heeft, is het natuurlijk anders. Ik zal dan zeker beter mijn best doen!
Nu was ik daar niet persoonlijk op aangesproken. Iemand was langs mij heen gegaan en had direct naar de woningbouw gebeld. En hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik dat een misselijke streek begon te vinden! Iemand had mij nu op de radar van de woningbouw gezet! Mijn huis en doen en laten zullen de komende tijd onder een vergrootglas worden gelegd! Bovendien dacht ik dat ik een goede band had met mijn buren. En nu durf ik niemand meer te vertrouwen! Een briefje in de bus, of even langs de deur om te vragen of ik iets aan de tuin zou willen doen was voldoende geweest. Nu voel ik me bespied, bekeken en eigenlijk ook verraden.
Dus, mocht die persoon dit te lezen krijgen, ik ga de tuin doen want je hebt compleet gelijk dat het een zooi is die moet worden aangepakt. Maar wees in het vervolg dan een held en bel zelf aan. Ik bijt niet hard, en zal proberen je ten dienste te zijn. Iets waar ik nu een stuk minder toe geneigd ben…