Ik ben niet het toppunt van modebewustheid. Doordeweeks draag ik mijn werkkleding, en in het weekeinde grijp ik meestal gewoon het shirt dat snel voorhanden is. Dat kan ook een werkshirt zijn. Maar het kledingstuk waar in het minste aandacht aan besteed zijn mijn schoenen. Dat heeft een reden, en een verhaal.
Jaren terug kocht ik, voor een avond uit, een keer een trui. Deze was paars met iets minder paarse streepjes en was jarenlang mijn meest geliefde kledingstuk voor uitjes. Niet omdat het zo geweldig was om te dragen. Maar omdat dit kledingstuk mij negentig euro kostte. En dat was mét korting! Pas toen de gaten erin kwamen heb ik het weggedaan.
Ondanks dit verhaal was dit niet mijn duurste kledingstuk. Dat waren, namelijk, mijn schoenen! Een paar witte sportgympen. Dit is zo gekomen door een initiatief vanuit het werk. We kregen een sportschoolabonnement, en daarbij ook een waardebon van honderd euro om schoenen uit te zoeken bij een sportzaak.
Dat laatste was zeer welkom. Ik woonde nog niet lang op mezelf en had geen geld om nieuwe gympen te kopen. Die bon was aan mij dus goed besteed. Maar toen ik ging kijken bij de aangewezen winkel bleek dat de startprijs van een paar gympen bij de honderd euro lag! Het waren niet eens merkschoenen als Nike of Adidas.
Mijn voorliefde ging dus uit naar de goedkoopste gympen van 99.99. Ook al vroeg de vrouw zich af of die voor mij wel geschikt waren. Ze wees op een paar dat twee keer zo duur was. Een paar dat ik, zelfs met de bon, niet kon betalen. In elk geval stapte ik een half uur later met een paar gympen van net geen honderd euro de deur uit.
Wat ik toen niet kon vermoeden was dat ik deze gympen heel lang zou dragen. Eerst tijdens het sporten. En toen ik dat had opgegeven als standaard schoenen. De veters gingen in de knoop. Het wit werd grijs, later zwart en de zolen sleten af.
Jaar in, jaar uit, in elk jaargetijde gebruikte ik deze gympen, die steeds minder op gympen gingen lijken. De hielen waren op gegeven moment zo uitgerekt dat ik ze als instappers kon gebruiken. Het is niet dat ik ze niet probeerde bij te houden. Ze hebben een keer of wat in de wasmachine gezeten in de hoop het wit terug te krijgen. Maar het viel helaas niet meer tegen te houden.
In de filmklassieker “Shawshank Redemption” was het een van de toppunten van de film. Terwijl Red, gespeeld door Morgan Freeman, zich zorgen maakt dat zijn vriend Andy zichzelf iets zou aandoen had die juist zijn ontsnapping gepland. En achteraf gezien had Red dat kunnen weten. Want toen Andy naar zijn cel werd gebracht had die de schoenen van de directeur aan. Al let volgens Red niemand op elkaars schoenen.
Nou, mijn paar gympen trokken zeker de aandacht. In zulke mate zelfs dat het opviel wanneer ik een ander paar ging dragen. Steeds meer mensen vroegen zich dan ook af waarom ik ze nog droeg. Ze zagen er niet uit, waren daadwerkelijk tot de draad versleten en boden nauwelijks nog ondersteuning. Het punt was echter dat ik ze heel lekker vond zitten. Mijn voeten gleden erin, en er weer uit. En ik hoefde me geen zorgen te maken of ze vuil of beschadigd zouden raken; dat waren ze toch al!
Maar toch… op gegeven moment begon ik me af te vragen of het inderdaad niet beter was om de schoenen weg te gooien. En dat moest ik dan ook werkelijk doen. Ze langzaam vervangen door een ander paar kon niet. Net als roken, drinken en andere verslavingen moest ik ook ineens van deze schoenen af. En dan op zo’n manier dat ik ze nooit en nimmer meer zou kunnen dragen.
Bovendien was het niet dat ik geen andere schoenen had. Nu ben ik nog een eind weg van de welbekende Heineken reclame waar een stel vrouwen gillend los gaat op een schoenenkast. Maar ik heb meerdere paren voor meerdere gelegenheden.
Het was dus van de week dat ik, met pijn in het hart, de schoenen samen met oude sushi toevertrouwde aan de vuilnisbak. Ik had expres gekozen voor sushi zodat ik me wel twee keer zou bedenken ze weer op te vissen. En eerlijk; het afscheid doet pijn. Ik was een onfitte twintiger toen ik de schoenen dertien jaar geleden los troggelde. En als onfitte dertiger doe ik er weer afstand van. De herinnering aan een decennium, sloffen, lopen en zwalken. Uiteindelijk versleten en nu voorbij.