Als iemand van deze tijd vul ik mijn vrije tijd aan met extra activiteiten. Stofzuigen, de afwas, de was. Niets gebeurt zonder een programma op de achtergrond. Terwijl ik een extra hardnekkige vlek wegpoets van een bord, een kopje een extra sopje geef of het tapijt te lijf ga met de stofzuiger; op de achtergrond klinkt een podcast.
Ik luister naar uiteenlopende onderwerpen en volg een aantal vaste programma's. Dit heeft als gevolg dat af en toe de podcasts “op” zijn. In plaats van op zoek te gaan naar een andere podcast, zet ik dan een luisterboek aan. Lezen zonder inspanning tijdens inspanning. Vroeger enkel voor mensen die moeite hadden met lezen, nu voor een klein bedrag per maand voor iedereen.
Mijn favoriete boek is Disney War. Over de opkomst en ondergang van Michael Eisner in de Disney-company. Wat mij trekt in het boek kan ik niet uitleggen; de veranderende tijd van de jaren tachtig tot begin tweeduizend. Het feit dat grote bedragen van miljoenen op gegeven moment veranderen in grote bedragen van miljarden. De herkenbaarheid op persoonlijk vlak? Want ik heb de Disney-klassiekers allemaal gezien en weet nu, iets beter, het verhaal erachter. Het verhaal hoe persoonlijke en zakelijke belangen kunnen verwateren en uitwisselbaar worden?
Ondanks dat het boek bijna zesentwintig uur duurt, heb ik het al wel vijf of zes keer geluisterd. Verder luister ik naar biografieën over Napoleon, Willem van Oranje en van de gebroeders de Witt. Jeugdboeken, fantasy. Maar soms heb ik ook gewoon zin in iets waar mijn haren van overeind gaan staan. het boek van Sabine Dardenne; ik was twaalf en fietste naar school. Hoe ze werd ontvoerd door Marc Dutroux en maanden in zijn greep verkeerde.
Wij waren, ik ben. Over de kinderen van Ruinerwold. Het Kindertehuis uit de Hel. Geen lichte kost. En je luistert het ook niet om van op te vrolijken. Ik niet in elk geval. Maar het fascineert mij wel. Hoe worden mensen zo? Hoe komen mensen zo? Hoe gaan slachtoffers verder na het overleven van mensonterende, gruwelijke omstandigheden.
Met dezelfde insteek zette ik het boek: “ik zal hem nooit meer papa noemen” aan. Het verhaal van de dochter van Gisèle Pélicot over haar moeder. De zaak die zich afspeelt in Frankrijk heeft inmiddels internationale aandacht gekregen. De man van Gisèle drogeerde haar en “leende” haar uit aan andere mannen terwijl ze onwel, en onwillig, was. Hij leende niet alleen haar uit, maar hij maakte er ook beelden van en zette die op het internet.
Het boek wordt verteld uit het oogpunt van de dochter en gaat over de ontdekking, de politieonderzoeken maar vooral over hoe het de familieverhoudingen aantast. En aangetast heeft. Door de drugs die haar man haar toediende werd Gisèle steeds zwakker en minder bij de tijd. Nu was de al op leeftijd, dus het kon ook daaraan liggen. En zo bracht haar man het ook.
“Mama kan het allemaal niet meer aan. Het is te druk voor haar. Ze vergeet vaak dingen. Het zit niet goed meer in dat hoofdje van haar, laat haar dus maar lekker rust hebben.” Dat soort uitspraken. En terwijl ik luisterde naar de stem van de voorleester liepen de rillingen mij over de rug. Niet alleen over het onderwerp dat zo wanstaltig en onsmakelijk is dat de eetopdrachten van het oude programma Fear Factor uitnodigend lijken. Niet dat dit echt gebeurt is en beschreven staat in een boek.
Nee. Deze woorden komen mij bekend voor. Deze woorden. Deze toon. Deze… excuses. Ik heb ze gehoord. In mijn eigen omgeving. Over iemand die mij dierbaar is. Alle vlaggen, alle seinen. Ze schoten op rood. Met stijgende afschuw heb ik het boek afgeluisterd en voelde ik een dilemma.
Waren de overeenkomsten tussen dit boek en de zo herkenbare situatie uit mijn eigen leven toeval? Zag ik ineens, gevoed door de woorden uit het boek, teveel in wat werkelijk valide excuses waren? Moest ik het aanhangig maken? Aangifte doen? Mensen confronteren terwijl ik, behalve een overeenkomst, geen bewijs had? Geen werkelijk, keihard onweerlegbaar bewijs?
Ik wist het niet. En ik weet het nog steeds niet. Gisèle Pélicot krijgt, nadat ze jarenlang in haar zeden en eer is aangetast, de hoogste onderscheiding die Frankrijk te bieden heeft; het Legioen van Eer (Legion d'honneur).
Ik hoef geen onderscheiding. Want ik weet ook niet wat te doen. Ik weet niet eens of ik spoken zie of langzaamaan gek aan het worden ben. Of zit het ook in mijn hoofdje allemaal niet goed meer?