De Hollandse Nieuwe is er weer! Vlaggetjesdag is geweest, het symbolische eerste vaatje haring is onder de hamer gegaan en het is weer tijd voor haringparty’s! Wat is er nu Nederlandser dan langs een visboer gaan (ja, haring haal je bij de visboer, niet de supermarkt) en een haring met ui bestellen. Het opengesneden vissenlijk aan de staart te pakken en flink door de ui te laten zwemmen. Vervolgens je hoofd in je nek te leggen en deze combinatie te deepthroaten voor je het ziltige met ui vermengde kadaver in tweeën bijt!
Heerlijk! Je merkt dat ik mezelf over een bepaalde drempel moet tillen. Maar wanneer ik eenmaal aan het eten ben vind ik het geweldig lekker! Of natuurlijk op een stuk witbrood, zolang er maar een puissante hoeveelheid ui bij komt kijken.
En dat terwijl ik jarenlang geen haring heb gelust. Geen enkele vis zelfs! Dat heeft te maken met een incident uit mijn kindertijd. Het was een dag dat we vis aten. We waren uitgegeten en ik besloot dat het zonde was om een deel van de vis weg te gooien. Dus, zoals de veelvraat-kleuter die ik was besloot ik mezelf op te offeren voor de goede zaak.
Wat ik in mijn mond, en uiteindelijk mijn keel, stopte bleek een goede hoeveelheid graten te zijn. Die graten bleven steken in mijn keel en er moest allerijl brood worden gegeten om de graten weg te halen uit mijn slokdarm. Ik in paniek, en een lange fobie voor vis was geboren.
Ik at wel vis, maar wanneer ik ook maar één graatje tegenkwam was het einde verhaal. Dan schoof ik het bord opzij en weigerde nog vis te eten. Mijn voorkeur voor vissen lagen dan ook bij gerookte zalm en Hollandse garnalen (die hele dure kleintjes). Vis! Bah, ik moest er niets van hebben!
Maar er zijn momenten in je leven dat je toch iets moet proberen. Niet omdat je het wil, maar omdat het gewoon niet anders kan. Zo ging het ook bij mijn avontuur met koffie. Een tijdje terug schreef ik over mijn eerste poging om deze bocht te drinken. En hoe dat spectaculair faalde. Dat ik uiteindelijk koffie ben gaan drinken was niet zozeer mijn eigen keuze. Het was een samenloop van omstandigheden.
Ik was bezoek bij iemand die niet vroeg wat ik wilde drinken en ongevraagd koffie voor mij inschonk. Beleefd als ik was heb ik uiteindelijk dit bakkie bocht op. Ik gruwde ervan en gaf achteraf ook aan dat ik eigenlijk geen koffie lustte. Maar dit eerste bakkie smaakte naar meer. Langzaamaan heb ik het leren drinken en tolereren. Nu moet ik ook zeggen: behalve latte of cappucino heb ik moeite om koffie te omschrijven als “lekker”.
Anders dan haring. Want dat vind ik wel lekker. Ondanks mijn afkeer daarvan. Hoe is dat dan zo gekomen? Eigenlijk eenzelfde verhaal als de koffie, maar dan iets anders. Het was tijdens de jaarmarkt in Nieuwendijk, waar ik toen woonde, dat ik met mijn vader de kraampjes afstruinde en we stuitten op een viskraam. Ik moet veertien zijn geweest en was niet geïnteresseerd in vis. Maar mijn vader had wel zin in een haring.
De prijs vond hij alleen aan de hoge kant. Het was nog wat vroeg in het jaar. Was de haring wel goed? Kon hij die wel eten, en was de prijs wel naar de kwaliteit? Mijn vader begon de visboer te bestoken met vragen, maar die besloot tot een smaaktest: “deze jongeman krijgt een gratis haring, en hij mag beoordelen of het goed is!”
Zodoende stond ik dus ineens met een opengesneden vissenlijk in mijn hand. Ik gruwde, ik walgde. Ik lustte eigenlijk geen haring. Ik wist hoe ik het eten moest, maar ik wilde liever niet. Aan de andere kant; het was gratis. En behalve dat haring Hollands is is het ook zo dat een echte Nederlander geen gratis spul afwijst.
Als een professional legde ik dus mijn hoofd in mijn nek, liet de vis mijn keel in zakken en hapte. De visboer en mijn vader hielden mij in de gaten.
En zo kwam ik erachter dat haring eigenlijk heel lekker is. Helaas heb ik sinds die tijd geen gratis haringen meer gekregen.