Het is vreemd hoe de mens zichzelf af en toe kan martelen met dingen. Dingen waarvoor ze eigenlijk bang zijn en waar ze zich uiteindelijk toch doorheen proberen te slaan. Denk aan achtbanen, bungeejumpen of horrorfilms. De grenzen van je kunnen opzoeken en hopen dat je veilig bent. Er zal namelijk maar een moertje van de achtbaan af zijn gebroken, of bij het bungeejumpen breekt het elastiek. Of, en dit heb ik zelf meegemaakt, na het kijken van een horrorfilm staat er buiten de deur een medewerker met een masker en een plastic mes om je griezelavond iets op te rekken.
Persoonlijk hang ik met fobieën aan elkaar. Hoogtevrees, check. Angst voor mensen in mascotte kostuums, heb ik. Angst voor dingen die met dood te maken hebben heb ik, lichtjes (necrofobie). Spinnen en insecten. Maar de laatste tijd heb ik een oude angst hervonden.
Ik heb geen TikTok, maar ik kijk wel graag naar de korte filmpjes op YouTube en Facebook. Dingetjes van lego, treintjes, katten. Maar ook filmpjes die gaan over surrealistische omgevingen, geestverschijningen en… oceanen.
Thallasofobie. De angst voor diep water en oceanen. Het barst van filmpjes op het internet. Sommige zijn over de top en bewerkt. Een zeemonster dat ineens opduikt en een containerschip doet zinken. Andere zijn dan weer kalm en tonen eigenlijk precies waar mijn angst om draait.
Net als met hoogtevrees heb ik die angst niet wanneer ik op het droge sta. Toen ik tijdens mijn cruisevakantie over de Atlantische Oceaan voer heb ik geen enkel moment angstig naar het water gekeken. En toen ik vorig jaar met een bootje voor de kust van Kreta voer vond ik het alleen maar leuk!
Wat mij wel angst aanjoeg, op de cruise, was het informatiescherm op de televisie. Naast enkele internationale zenders kon je meekijken met de brug of een kaart bekijken met de positie van het schip. Daarbij kwam alle benodigde informatie; het weer, de snelheid van het schip, de koers en verwachtte aankomst. Maar ook de diepte van het water op dat moment.
Dat laatste getal had ik niet hoeven weten. Vierduizend meter tussen mijn bed en de bodem vond ik iets te veel informatie. Vierduizend meter van koel, donker en drukkend water. Water waarin van alles en nog wat kan leven.
Die angst heb ik al langer. Toen ik vroeger ging zwemmen in de zee of de Biesbosch kreeg ik af en toe al de kriebels. Ik zag de golven. Ik zag het water. Maar ik kon niet zien wat zich onder dat water bevond. En wat zich onder dat water kon bevinden zou mij dan weer wel kunnen zien!
Op vakantie op Curaçao overkwam mij hetzelfde. Flippers aan, duikbril op en snorkel in de mond om te kijken hoe schildpadden gevoerd werden. Een prachtig uitzicht, werkelijk. De geschilde beesten vielen het vleesafval aan, tropische vissen in prachtige kleuren zwommen door het heldere water op een paar meter afstand onder mij. De gedempte geluiden van de zee klonken in mijn oren en toen zag ik het!
Of beter: ik zag niets! Na een kleine tien, twintig meter hield het heldere water op en werd een blauwgroene mistige massa. Het idee dat ik daar kwetsbaar in het water dobberde terwijl in die mist van de open Caribische oceaan iets kon loeren liet me niet los. Ik voelde me niet veilig onder water. Maar nog minder veilig boven water!
Gelukkig heeft het me niet gegrepen. Wat het ook mag zijn, en woon ik in een land dat veilig onder de zeespiegel ligt… ik ga even mijn zolder opmeten.