Ik voelde me weer dertien jaar oud.
Iedereen heeft wel de gedachte dat de wereld, en het leven van toen je dertien was geweldig veel simpeler was. Je ging naar school, je kwam thuis, deed je huiswerk en dat was het. Tussendoor had je nog iets met hormonen die huishielden en slechte cijfers. Maar het leven, dat was simpel.
Graag zou je jezelf dus weer dertien voelen. Helaas gaat dat lastig. Films kijken, muziek luisteren boeken lezen uit die tijd. Ze geven maar een fractie van het gevoel van toen. Nee het zijn juist de details die je af en toe dertien laten voelen. Mij wel in elk geval. Ik heb al een keer geschreven hoe een confrontatie met mijn oude conrector me weer jong deed voelen. Al was het maar voor even.
Andere dingen zijn momenten dat ik, per ongeluk, in aanraking kom met de tijd van toen. Het vinden van een oud schrift of een agenda, of een boek dat ik achterover gedrukt heb. Bij de agenda uit mijn laatste schooljaar kijk ik altijd wat voor schoolwerk ik eigenlijk had moeten doen. In deze zomertijd vrij weinig natuurlijk. Maar vanaf september volgen de huiswerkopdrachten zich in snel tempo op.
Met de kenmerkende geheimtaal die ik toen gebruikte gaan kreten als: REP. SO. LZ BLZ 20 T/M 56 + MK VRG. 1 T/M 35. Hand in hand met korte aantekeningen of liefdesverklaringen. Ik had zelfs een systeem waarin ik bijhield met welk meisje (er waren er meer), waar ik toen een oogje op had ik een lesuur deelde. Dit was uiteraard ook in geheime symbolen zodat spiekende meisjes of vrienden niet zouden kunnen weten waarover het zou gaan. Tenzij ze zich er echt in zouden verdiepen.
Dertien. Elke dag met de fiets naar school. Op gegeven moment kon ik zo snel fietsen dat ik die paar kilometer in minder dan een kwartier af kon leggen. Vaak ging het langzamer natuurlijk want dan was je onderdeel van een vriendengroep. Een konvooi zoals ik dat noemde. De langzaamste bepaalde het tempo van de voortgang; tenzij het te laat was en er gehaast moest worden. Dan was een konvooi ineens wel tot snelheid bereid.
Terug na de schooldag was het anders en eigenlijk altijd rustig voortploegen.
Ik moest denken aan die konvooien omdat ik van de week met de fiets naar het werk ging. Een noodgreep. Knooppunt Gorinchem is afgesloten en ik redeneerde dat dit files opleveren zou. Om niet te belanden in een file besloot ik al heel vroeg na het opdoen van de kennis van de afsluiting op de fiets naar het werk te gaan.
Zo gezegd, zo gedaan. Het voornemen dan. Ik moest nog een fiets hebben (bedankt oma) en nog een flink deel zin kweken om die fiets te gebruiken. Want zelfs als je stil zit in een auto dan zit je alsnog in een stoel die je hele achterwerk ondersteunt. In tegenstelling tot een zadel waar mijn volledige lijf op een paar vierkante centimeter bil moet balanceren.
En dan nog iets: ik neem elke dag mijn lunchtrommeltje mee naar het werk. Samen met mijn laptop, een spelletjescomputer en eventueel dingen die ik voor dat moment nodig heb. Netjes in een laptoptas die ik op de passagiersstoel leg. Helaas heeft een fiets, doorgaans, geen passagiersstoel. En het is ook niet mogelijk om de laptoptas in de hand te houden, en over de schouder hangen is onhandig.
Gelukkig had ik een alternatief; een rugtas. Een rugtas bedoeld voor kamperen. Een rugtas die ie veel te groot is voor zo weinig spullen. En toen ik die tas om mijn schouders op mijn rug hees voelde ik me ineens en onverwacht weer dertien. Een veel te grote tas die veel te laag hing (dat was mode, rugproblemen werden weggelachen). De tas was toen gevuld met boeken en schriften. En met hoop en dromen voor later.
Nu is de rugtas gevuld met eten van vandaag en eigenlijk dromen van vroeger. Maar ook nu zag ik er al tegenop om te gaan fietsen. Niet meer in konvooi.