“Lieve moeder…”
Dit zijn de woorden van onze koning Willem-Alexander in zijn korte toespraak na de troonsafstand van zijn moeder Beatrix.
“Lieve moeder…”
Het is vreemd te horen uit de mond van een koning, die een paar minuten eerder nog een prins was. Als we films en series moeten geloven zitten prinsen en prinsessen in een strak keurslijf. Ze mogen hun ouders maar een paar momenten per dag zien. De rest van de tijd zitten ze bij een nanny of worden ze klaargestoomd voor het koningschap. En wanneer ze bij hun ouders mogen dan is het buigen en aanspreken met “hoogheid” of “majesteit”. In plaats van dat zei de koning iets anders. Woorden die eigenlijk iedereen in zijn of haar leven moet gebruiken. En dan niet alleen omdat je iets gedaan krijgen wilt, of omdat je geld nodig hebt. Soms ook gewoon. Uit het hart.
Of bij een toespraak op een moment als deze.
“Lieve moeder.”
Vandaag vier jij je zestigste verjaardag. We weten dat het vandaag is omdat we hier bijeen zijn om dat te vieren. Ik moet een persoonlijke ontboezeming doen; ik weet nooit te onthouden wanneer je verjaardag is. Ergens eind maart is een veilige keuze. Maar wanneer eind maart… dat is toch een gok.
En dat terwijl het zestig jaar geleden geen gok was.
Het was een onbewolkte maandag, met een lekkere lentetemperatuur tot achttien graden toen jij het levenslicht zag.
Zestig jaar geleden was jij nog kleiner dan je jonge kleindochter. En zeker kleiner dan je kinderen en je kleinzoons.
De jaren zestig waren het hippietijdperk. En hoewel je nog te jong was om het mee te maken heb je er nog altijd een zwak voor. Maar we laten de jaren zestig voor wat ze zijn, want we gaan op een tijdreis. Vier jaar later zetten de eerste mensen een voet op de maan. Tien jaar na je geboorte wordt je tien. Wanneer je vijftien bent treedt koningin Juliana terug en bestijgt Beatrix de troon. En rond die tijd leer je ook de eerste liefde van je leven kennen.
Nu zal ik alles kunnen benoemen wat er in tussentijd is gebeurd op wereldniveau. Maar dat voegt weinig toe aan vandaag.
Hoewel je rond die tijd ook Gert-Jan al kende ging je uit met Kees. Ene Kees waar je in uiteindelijk het jawoord tegen zou zeggen. In 1988 werd uit dat huwelijk een kind geboren. Ik. En dat is maar goed ook, zo kan ik getuige zijn van de dingen die daarna volgden.
Je woonde toen in Nieuwendijk aan een klein dijkhuisje met uitzicht op de polders nabij de Biesbosch. Een regio die je nooit verlaten zou, behalve voor vakanties en werk. Twee jaar later werd je gezin aangevuld met een tweeling en verhuisde het hele gezin naar Sleeuwijk. Dat duurde niet lang, daarna verhuisden we terug naar Nieuwendijk. Een enorm huis waar wij, en jij, alles had wat ons hartje begeerde.
Zelfs toen dat voorbij was bleef je in Nieuwendijk wonen. Een iets kleiner huis wellicht, maar het duurde even voor we weer naar Sleeuwijk gingen.
Dat was het moment dat je kinderen langzaamaan volwassen werden en het huis verlieten. Maar nooit ver weg. En nooit voor lang. Elk weekeinde komt er wel een van je kinderen langs om te eten, voor koffie of voor gezelligheid.
De afgelopen jaren zijn stormachtig verlopen. Je hebt in Gert-Jan een partner voor het leven gevonden. Eten. Drinken. Uitslapen. Alles doen jullie samen hier in het kleine huisje op de grens van Rijswijk en Giessen. Maar dat is niet de enige verandering die je leven tekende. Je kreeg ook kleinkinderen. Twee flinke kleinzoons en een schat van een kleindochter. En hoewel je vroeger riep dat je nooit op zou passen, doe je dat eigenlijk maar wat graag. Soms is het lastig. Soms is het gedoe. Maar achteraf sta je altijd klaar met verhalen over wat er nu weer is voorgevallen.
Je hebt een leven om op terug te kijken. Een rijk leven. Met lastige momenten. Met leuke momenten. Met avonturen spannend en weer niet.
Maar het belangrijkste is dat dat leven nu al zestig jaar duurt. Zestig jaar waarin je jezelf hebt opgewerkt tot een beetje een koningin voor je kinderen en kleinkinderen. Eentje die elke vrijdag met eten klaar staat en in het weekeinde niet zelden het huis vol gezelligheid heeft.
Maar net als onze koning doet zal ik je niet aanspreken met die titel. Ik zal je aanspreken zoals je bent.
Een lieve moeder.
Gefeliciteerd met je zestigste verjaardag.