De wereldzeeën bevaren.
De equator gezien.
Verre volkeren bezocht,
en strepen welverdiend.
Een leven volgeleefd,
als een stille rots aan zee.
Begint nu aan de laatste reis,
en ooit gaan wij ook mee.
Een schipper aan de wal.
Verlangend naar de zee.
Een loods in het duister.
Kijkt met de schepen mee.
Die loods die staat niet meer paraat,
Het venster dat is leeg,
Ook wij dolen stuurloos rond,
Nu ’s kapiteins commando zweeg.