Maartje de mug,
Ze vliegt naar overal heen en terug,
Zoekend rept ze zich boven oren,
En soms nog hoger dan de kerktoren,
Zo is ze als een vampier op zoek naar bloed,
Bloed van mensen is een kostbaar goed,
Die steekt ze en ze zuigt het op,
Daar leeft ze van in haar notendop.
Maar Maartje de mug heeft een zwaar bestaan,
De mensen met bloed zien haar liever niet komen maar gaan,
Als ze wordt bemerkt wordt er op haar gejaagd,
Met kranten, lokmiddelen en gif onversaagd,
Toch moet ze door dit gevaar heen,
Want zonder bloed ligt Maartje onder een steen.
Maar ons Maartje heeft het niet gered,
Ze zag een blauw licht en vond dat wel pret,
Ze zoemde er enthousiast naartoe,
En toen zeiden vele voltages kiekeboe,
Haar leven eindigde met een klap,
En dood viel ze in een bak,
Nu ligt ze in een container tussen linnengoed,
Arme Maartje zoog nooit meer bloed.