Ik stond voor een bordje met te huur,
Het was niet meer dan een oude schuur,
De eigenaar zei; ik vind jou een beste buur,
Maar pas wel op voor het spookuur.
Zorg er dan voor dat je binnen bent,
De deur niet opent voor wie je niet kent,
Zet een lichtje in het kozijn,
En sluit dan meteen het gordijn.
Hoor je stappen op het dak,
Raar gorgelen in de bak,
Weet van wanten en van wijken,
En ga dan vooral niet kijken.
Voel je ogen op je rug,
Kijk dan vooral niet terug,
Staar stoïcijns vooruit,
Anders kost het je een lieve duit.
Negeer het kloppen in de kast,
Het komt van iets wat daar niet past,
Kijk ook niet op een schilderij of spiegel,
Want dat maakt je alleen maar kriegel.
En ga ook niet naar de wc,
Er zitten daar altijd wel twee,
Ze kijken je dan likkebaardend aan,
En het is niet fijn daar te staan.
Misschien zie je een akelig gezicht,
Bidden helpt maar is niet verplicht,
Sta dan stil en sluit je ogen,
En hoop dat ze je bedrogen.
Ik zei uiteindelijk maar nee,
Een gewaarschuwd mens telt voor twee,
Ik lichtte mijn hielen en mijn schenen,
Maar toen ik omkeek was alles verdwenen.