Sterretje, sterretje zo ver weg,
Hoor je wel wat ik zeg?
Kijk je met ons leven mee,
Op de aardkloot hierbenee?
Zie je; soms zijn wij tevree,
Soms ook niet, en dat valt niet mee.
Sterretje, sterretje aan 't gewelf,
Kijk je wel eens naar jezelf?
Zo eenzaam glanzend wit in 't zwart,
Terwijl je de natuurwetten tart.
Heb je liefde in je hart?
Of is dat net als steen zo hard?
Sterretje, sterretje, ben je daar?
Of was je leven al lang klaar?
Daalt jouw schijnsel op mij neer,
En ben jij daarboven niet meer,
Hoor je niet mijn roep naar jou?
Sterretje, sterretje waar ik van hou.
Sterretje, sterretje in de nacht,
Als jij je laat zien dan slaap ik zacht,
Kijk voor eeuwen op ons neer,
Als een vriendelijke oude heer.
Stralende ster, een baken in de nacht.
Het stralend wit wat ik elke nacht verwacht.