Fragiel en klein lig je daar,
Op je hoofdje een mutsje met daaronder een plukje haar,
Je oogjes gesloten, je houdt ze nog dicht,
Terwijl je naasten kijken naar je gezicht
Even slaak je een korte zucht,
Het is slechts een kort gerucht,
Je klauwt in het dekentje om je heen,
En zuigt kalm en slaperig op je speen
Deze wereld is voor jou nog vreemd,
Er is nog geen leed wat jou in beslag neemt,
Je droomt nu nog van dingen die je niet kent,
En van gebeurtenissen waar je langzaam aan went
Daar in je vaders armen ben je nog klein,
En droomt misschien over groter zijn,
Blijf nog maar even op je vaders arm,
Want daar ben je veilig en houdt hij je warm
Eens ben je langer nog dan wij,
Vecht je je los en maak je je vrij,
Maar nu ben je klein bij je moeder en vader,
En zorgen? Die zorgen die komen wel later.