We gaan door,
Door omdat het moet,
Door omdat het niet kan,
Door voor de lieve vrede,
Door omdat er altijd meer is dan…
Over wegen en paden in tegenwoordige tijd gebaand,
Langs plekken die het verleden al dood had gewaand,
Door naar de toekomst verborgen in mist,
Bedekt door een sluier waaronder niemand het wist.
En waar het eind ligt kan niemand mij zeggen,
Hoe ver en hoe hoog is ieder onbekend,
Misschien ligt het naast mij of over die heuvels,
Achter bergen en dalen onbereikbaar.