In de periode dat mijn broertje aan het verhuizen was ging ik elke dag even langs. Om de vorderingen in de gaten te houden en om te kijken hoe het met hem stond. Aan het begin van de week die ze voor het verhuizen hadden uitgetrokken was hij nog vol goede moed. Hij zei nog net niet: “we gaan dat varkentje wel even wassen!” Wel ging hij ervan uit dat het opknappen van het huis, het over verhuizen van de spullen en het inrichten enkel de week zou kosten. Ik nam zelfs een middag vrij van mijn werk om hem bij te kunnen staan. Handig ben ik niet, maar ik kan wel verven, en slopen.
Na vier dagen onafgebroken werken en kort slapen was mijn normaal onverwoestbare broertje echter op. Hij keek een beetje bezorgd door de chaos van wat zijn nieuwe huis zou worden. Niets was nog echt klaar, alleen de kinderkamer voor mijn neefje was het verst gevorderd. Voor de rest was er overal nog wel iets niet af. Een likje verf, een lamp of zelfs het stucen van de muur. Maar hij zelf was op, hij liep krom van de rugpijn en het optimisme waarmee hij de week in was gegaan was verdwenen. Hij wilde naar huis, rust houden. Ik bood hem dus aan om te brengen zodat hij niet hoefde te wachten op zijn vrouw.
Tijdens de rit hadden we het over koetjes en kalfjes en remde ik af voor een rotonde die momenteel bezet was. Op het moment dat ik stilstond gilde mijn broertje het ineens uit. Mijn auto maakte een bonkend geluid en mijn achterligger was iets te duidelijk zichtbaar door mijn spiegels. Ik had een aanrijding gehad. In zo’n geval stuur ik altijd de auto naar een veilige plek en ga in overleg met de bestuurder. Mijn auto had gelukkig geen schade. Mijn trekhaak had erger voorkomen, zijn auto was echter iets meer beschadigd.
Maar omdat niemand iets mankeerde, iets waar mijn broertje het niet echt mee eens was, en ik de beste man geen hogere verzekering in de schoenen wilde schuiven besloten we het hierbij te laten. Ook al gaf de man aan dat hij niet op had gelet en dat het compleet zijn schuld was. Ik ben sowieso te lief voor dat soort dingen. We namen afscheid en wensten elkaar geluk.
Een paar weken later zat ik alleen in de auto, op weg naar het werk. Het was in de ochtend in de nadagen van de zomervakantie en de verkeerslichten kleurden oranje. Ik rem af, de lichten kleuren rood en ik voel ineens een klap die bijna vertrouwt is. Zonder de klachten van mijn broertje deze keer. Wederom stuur ik van de weg af en neem de excuses van de andere weggebruiker in ontvangst. Weer iemand die niet op had zitten letten.
En het lijkt een trend te worden. Ik ga niet beweren dat ik de beste chauffeur ter wereld ben, alles behalve. Misschien ben ik zelfs wel de slechtste. Maar, als je achter het stuur kruipt: LET DAN OP! Hou je hoofd bij de weg. Nu was het mijn auto, twee keer, maar het had ook een motorrijder kunnen wezen. Of een groep scholieren. Ik kan nog gemist worden, maar er zijn mensen die waardevoller zijn!
Doe die telefoon weg, draai niet aan de knoppen van de radio en stel de TomTom thuis al in. Hou je ogen op de weg, en ga rijden. Want rijden is het beste gevoel van vrijheid. Verpest dat gevoel dus niet door verbonden te zijn met andere dingen.