Ik moet iets bekennen: ik heb de krantenjongen geen gratificatie gegeven. Niet omdat ik dat niet wilde, maar omdat ik minder thuis ben dan ik zelf besef. Eigenlijk was dat al duidelijk toen mijn nieuwe buren een tijdje geleden grote moeite moesten doen mij te spreken te krijgen. In elk geval ben ik mijn excuses verschuldigd aan de bezorger van deze krant. Mocht het licht branden, bel gewoon aan, en bedankt dat je elke week weer langs komt. Nu zijn er nog meer mensen waaraan ik dank verschuldigd ben. Vooral vanwege de feestdagen. Want zelfs wanneer heel Nederland plat lijkt te liggen zijn er mensen bezig.
In de ziekenhuizen gaat het werk door. Mijn dank gaat dus uit naar de mensen bij de eerste hulp die klaarstonden om voedselvergiftigingen en verwondingen van uit de hand gelopen familieruzies op te lossen. Die op nieuwjaarsnacht vuurwerkverwondingen probeerden te herstellen en zodoende hun eigen vrolijke avond in bloed gesmoord zagen. Aan de brandweerlieden die onze huizen en eigendommen bewaakten. Goed, in Veen zijn ze niet blij met deze partypoopers, maar ze staan wel klaar! Wanneer jouw eigen huis of auto in vlammen opgaat staan ze niet langs de zijlijn maar rennen met hun brandweerspuiten voorwaarts om te redden wat er te redden valt.
Net als politieagenten die proberen de vrede te bewaren. Als ze niet bezig zijn een rellend dorp onder de duim te houden dan moeten ze het verkeer controleren, noodsituaties oplossen en persoonlijke problemen de baas zijn. Bij die uit de hand gelopen ruzie staan ze tussenin, maar ook een persoon zwelgend in eenzaamheid die aan heeft gekondigd een eind aan zijn leven te maken. Als je erover nadenkt zijn er een hoop mensen die we kunnen, en moeten, bedanken dat we veilig het einde van het jaar doorgekomen zijn. Natuurlijk zijn er problemen en tegenslagen, de brandweer, politie en ambulance kunnen niet overal zijn. Maar ze doen hun best, ze geven hun eigen familie op om ons, de normale burger, veilig te houden. Ik hoop dus dat dit bedankje bij hen in de smaak valt en dat ze weten dat ik het grootste respect heb voor hun daden en de keuze hun tijd op te offeren.
Maar als burger kun je natuurlijk ook kleine dingetjes doen. De eerste kerstdag was ik met mijn vader naar Hilversum geweest en ik zette hem af bij de Tol Werkendam zodat hij verder kon reizen. Ik had nog een hoop te regelen voor het kerstdiner en kon het eigenlijk niet veroorloven om hem naar Breda te brengen. Een half uur later moest hij echter vaststellen dat de bus, ondanks de dienstregeling, voorlopig niet zou komen. Vandaar dat ik toch nog naar Breda ben gereden, en mijn achterbank gevuld had met mensen die eveneens op de bus stonden te wachten. Ondanks dat ik gefrustreerd was en vond dat mijn kostbare vrije tijd verspild werd door anderen moet ik toegeven dat het een heerlijk gevoel was om een bedankje te krijgen van deze lifters. En ik was nog ruim op tijd voor het kerstdiner.
Daarom ook mijn dank aan iedereen die deze kerstdagen iets onverwachts en belangeloos heeft gedaan voor de medemens.