Een paar jaar geleden werkte mijn broertje bij defensie. Na jaren van trainen en oefenen werd hij uitgezonden naar de Patriotmissie in Turkije. Ik moest toentertijd terugdenken aan veel verder vroeger. Wanneer militairen werden uitgezonden naar conflictgebieden en de enige manier om contact te houden via de post was. Dat ze soms dagen werkten aan een brief van meerdere kantjes en zo het thuisfront lieten weten hoe het ervoor stond. En vice versa. Met mijn broertje was het anders. Via skype konden we elkaar aankijken en praten en we hebben zelfs spelletjes gespeeld over een niet onverdienstelijke internetverbinding.
Maar dat wil niet zeggen dat ik hem geen dingen gestuurd heb, een kaartje op zijn tijd, een pesterige verhuiskaart, kerstkaartje en een normaal tussendoorkaartje. Toen sloeg bij mij de manie toe. Naar een lokale winkel gaan die kaarten verkoopt en daar een kaart uitzoeken. Geweldig! Vroeger moest ik er niets van hebben, het postsysteem is hopeloos verouderd. Tegenwoordig kan je iemand over Facebook feliciteren, of anders over de mail. Het kopen en het sturen van een kaartje hoeft niet meer.
Maar ik doe het tegenwoordig wel. Want kaarten doen niet meer onder voor een mailtje met een filmpje van een dansend hondje. Ze kosten een paar centen, maar dan heb je wel een kaart met licht, geluid en beweging. Aan mijn broertje gaf ik, toen hij jarig was, een paaldanseres cadeau. Haar kartonnen been zwaaide op de maat van de muziek heen en weer zodra hij de kaart opende. En een kaart aan mijn nichtje met een blèrend koor van Kinderen voor Kinderen is het hele feestje rondgegaan en deed het minstens zo goed als een cadeautje.
En zelf beleef ik er minstens zo veel plezier aan om de vele rekken door te snuffelen en elke kaart apart te bekijken. Te beslissen of deze afdoende is. De soort exhibitionistische schaamte die ik krijg wanneer ik een kaart open en de muziek door de zaak schalt werkt stimulerend. Je voelt de ogen van de kassameisjes en klanten op je gericht wanneer een hoempaband een verjaardagsliedje inzet. Ik klap ze snel weer dicht, maar zoek dan de volgende uit.
En het blijft niet bij één rek. Er is nog een volgend rek waar de meest interessante kaarten dezelfde behandeling krijgen. Net zo lang tot ik de perfecte heb gevonden. Het is echter wel een dure hobby, waar de lichtere kaarten het afkunnen met een enkele postzegel moeten er op de grotere kaarten maar liefst drie! Ik snap dus wel waarom de koning mij gemeen grijnzend aan lijkt te kijken wanneer ik zijn beeltenis op de hoek van de envelop plak.
Toch is het een plezier wanneer ik bij de brievenbus aan kom en de envelop met kaart door de getande opening laat vallen. En het geeft nog meer plezier wanneer ik een belletje terug krijg, een bedankje voor de kaart! En dat die zo goed bevallen is. Want, geef toe, behalve rekeningen en aanmaningen zit er tegenwoordig nog zelden wat bij de post. Maar de periode is aangebroken dat ik mijzelf helemaal kan uitleven: de adressen verzamelen en kerstkaarten versturen! Leve de post!