Het is een belofte die ik elk jaar maak. In de voortuin van mijn degelijke arbeidershuisje in hartje Werkendam wil ik een begraafplaats. Griezelige zerken, verborgen groene lichten en een pompoen voor de deur. Het is weer Halloween, een feest wat in de States groots wordt aangepakt, maar hier niet op veel steun kan rekenen.
Ik weet van wijken in Gorinchem waar de kinderen verkleed de straat op gaan en rond mogen bellen voor snoep. Sommige steden hebben spookhuizen en vooral in een groot pretpark in de Flevopolder is het altijd dringen. Maar hier leeft dat niet, en dat heeft over het algemeen te maken met de religieuze inslag. Dat is dan ook één van de drie redenen dat ik het nooit heb aangedurfd.
Ten eerste: ik ben aardig en wil mensen niet voor het hoofd stoten. Mijn huis ligt op de route naar een van de kerken en ik weet dat zij er niet blij mee zijn. Zij vallen mij niet lastig, waarom zou ik hen dan dus wel lastig vallen? Ten tweede: oktober is een maand met te weinig geld om zerken te kopen en lichten aan te brengen.
Ik heb een fascinatie voor de dood en het bovennatuurlijke. Als kind las ik altijd al boeken over doden, en ondoden. Spoken en geesten. Monsters in het woud, op begraafplaatsen of in het diepst van de oceaan. Samen met mijn broertje heb ik “spookonderzoeken” gedaan, volgens het boekje. We legden een opnameapparaat in een kamer, lieten die tien minuten met rust en luisterden daarna naar de ruis. Er was nooit meer op de horen dan twee giechelende jongens die de kamer verlieten en tien minuten later weer terug kwamen stampen. Dit alles had een indirect gevolg dat ik een angst kreeg voor deze dingen.
Zodra ik in zee ging zwemmen was ik bang dat een tentakel zou oprijzen om mij mee te sleuren naar het diepe waar ik zou verdrinken of opgegeten. En op begraafplaatsen hoorde ik gefluister uit de grond. In donkere kamers zag ik schimmen waarvan ik dacht dat het overledenen waren. Maar de fascinatie bleef en jaren later besloten ik en mijn broertje mee te doen met een echte séance. Het oproepen van geesten. We waren hier redelijk enthousiast over. Het is echter nooit zo ver gekomen.
Een paar dagen na het maken van de afspraak zag ik een vriend en samen fietsten we op naar mijn huis. We kletsten wat tot hij ineens stopte met praten en mij recht aankeek. ‘Je moet je niet bemoeien met de geestenwereld. Dat is gevaarlijk.’ Ik was perplex ik had hem niets verteld over de plannen van mij en mijn broertje. Terwijl ik dat overdacht praatte hij verder of er niets gebeurd was.
Toen ik hem er later naar vroeg wist hij zich niets te herinneren. Was het misschien een waarschuwing van boven? Of eentje uit de paranormale wereld? Is er meer tussen hemel en aarde of is er boven de aarde alleen maar hemel? Wie zal het zeggen. Dat is in elk geval de derde reden. In plaats van zerken hang ik dus na Sinterklaas kerstlichtjes in de struik in mijn tuin. Daar heb ik nog nooit klachten over gehoord, van zowel de levenden als de doden. Voor wie het viert een fijne Halloween, en pas op!