“Wat is het hier toch eigenlijk mooi.” Zei mijn broertje toen we over de A27 naar Breda reden. Ik keek hem verwonderd aan. Goed, ik ben een fan van het Nederlandse landschap. De molens die je in het Groene Hart ziet staan, de brede rivieren die traag door oneindig laagland gaan. De dijken, dammen en polders. Mijn broertje woont aan het andere einde van de wereld. Ik vroeg hem dus waarom hij het hier mooi vond. Maar eigenlijk wist ik het antwoord al. Hij woont op Curaçao en heeft de luxe om op vakantie te komen in Nederland. Waar steeds meer mensen kiezen voor het overzeese gebied om hun vakantie te vieren is hij er gaan wonen en komt nu juist voor een paar weken terug.
Maar toegegeven is het eiland niet meer dan een uit zee stekende rots. Het is mooi, maar wanneer je elke dag tegen dezelfde kale vlakte aan zit te kijken met het golven van de azuurblauwe zee op de achtergrond gaat het vanzelf vervelen. Nederland krijgt dan inderdaad zijn charme terug. De wegen hier zijn beter, alles is ruimer en in plaats van droge vlaktes heeft Nederland sappig groen gras. Ik weet dat mijn broertje erover denkt zijn avontuur op Curaçao vaarwel te zeggen en terug te komen naar Nederland. Het gaat Nederland weer voor de wind. De banen liggen voor het oprapen en sommige sectoren luiden nu al de noodklok dat ze na jaren van ontslagen de mensen nu niet meer kunnen vinden. De regering trekt steeds bereidwilliger de portemonnee. , Maar niet iedereen kan de vruchten plukken van de economische opleving.
Want als de crisis ons iets geleerd heeft dan is het dat geld alles is. Vandaar dat alle organisaties, van hoog tot laag, hun geld alleen maar laten rollen als het terug rolt. Omdat de huizenmarkt momenteel schudt op haar grondvesten, en steeds meer oververhit dreigt te raken, moet er bijgebouwd worden met de woningcorporaties als grote investeerders. Maar bij dat bouwen worden juist de mensen die afhankelijk zijn van de sociale woningbouw over het hoofd gezien. De mensen met een kleine beurs en een laag inkomen. Nu zou je verwachten dat zoiets rond de Zuidas zou gebeuren, of in Wassenaar waar geld een gegeven is, en niet om te overleven.
Maar dit gebeurt ook in Altena. Er gaan woningen gebouwd worden in en rond Werkendam, maar sociale huurwoningen voor de laagste klasse zitten daar niet of nauwelijks tussen. De klasse die het minst profiteert van de groeiende economie omdat de salarissen achterblijven wordt dadelijk nog meer in het hoekje geduwd en zal worden genoopt tot het aannemen van een veel te duur huurhuis, of kleiner gaan wonen. Misschien is het een idee om huurhuizen, wanneer ze vrij komen, niet meer plompverloren in de verkoop te zetten en te kijken naar de mogelijkheden van het huis. Vooral de oudere huizen waarbij de huur laag kan blijven omdat die allang hun geld hebben opgebracht. Van de huur die deze inleveren kunnen dan ruime villa’s gebouwd worden voor de mensen met een grote beurs. Zo blijft iedereen tevreden en zal er voor mijn broertje, als hij terugkomt uit de voormalige koloniën, een huisje beschikbaar zijn waar hij een gezinnetje kan stichten.