“Wie is er bang, voor de grote wolf? Wie is er bang! Wie is er bang?!” Nee, het is niet Roodkapje, maar de boeren van Altena die het op een beven zetten. Gedode dieren doen denken aan het werk van een grote boze wolf. En daarom gaat ook het CDA in het verweer en gaat vragen stellen. Want wat moeten we met de wolf nu die in ons midden is en slachtoffers maakt?
Een aantal jaren geleden las ik een column hoe verfrissend dit nieuws kan zijn. We maken ons zorgen over de wolf! Tussen het geweld van corona en een instortende economie zijn er nog steeds onderwerpen die het niveau van Annie M.G. Schmidt niet ontstijgen. Er zijn dertigduizend wachtenden voor mij om de Efteling in te mogen. Maar dat heb ik niet nodig; de mogelijkheid, en angst, voor een wolf in Altena maakt een hoop goed.
Maar wat te doen aan de wolf? Afschieten? Verplaatsen? Gedogen? Of misschien iets anders bieden. Als we de Efteling mogen geloven hebben wolven namelijk heel veel zin in twee dingen; geitjes en kindervlees. En misschien kunnen we op dat laatste vlak iets regelen. In de oude Griekse vertellingen wordt melding gemaakt van de Minotaurus. Een monsterlijk wezen van een man met de kop van een stier. Elk jaar werden er veertien jongelingen aan dit monster gegeven als offer.
De gemeente Altena heeft, in deze tijd van rampspoed, namelijk aangegeven best bereid te zijn om weeskinderen uit de vluchtelingenkampen op te vangen. Een genereus gebaar natuurlijk. Maar het zet nogal vreemd af in deze tijd waar elke ondernemer, en normale burger, moet vechten voor zijn geld. Waarin bedrijven het vakantiegeld vasthouden en weigeren uit te betalen. Het geeft, min of meer, het verkeerde signaal.
Nu stel ik uiteraard niet voor dat de kinderen, die het ongetwijfeld moeilijk hebben in de Griekse kampen, geofferd moeten worden. Het is mij echter verder een raadsel wat de gemeente dán van plan is met de kinderen. Dadelijk nemen we een aantal gekrenkte zielen in onze gemeente op. Dat is, zoals gezegd, een mooi gebaar. Maar die kinderen zullen ondersteuning nodig hebben.
Ze komen uit de hel. En dan hier. Zoals Warchild propageert: “je kunt een kind uit de oorlog halen, maar hoe haal je de oorlog uit een kind?” Die kinderen zullen dus begeleiding nodig hebben om van hun trauma’s af te komen. En in jeugdzorg is de gemeente geen ster. Het is minder dan een jaar geleden dat verschillende gemeenten, waaronder Altena, miljoenen bij hebben moeten leggen. Het bedrijf dat de jeugdzorg regelde zat zo diep in nood dat het niet eens meer de zorg voor hulpbehoevende kinderen kon garanderen. En in het verlengde kon dus de gemeente de zorg niet garanderen.
Dus, als de gemeente niet bereid is om deze kinderen aan de wolf te geven; hoe willen ze dan hun welzijn en toekomst goed invullen? Volgend jaar zal er, door de corona, veel moeten worden bezuinigd. Een pinautomaat voor de jeugdzorg is dan verder weg dan ooit, net als het begrip van de burger voor de gemeente.