Toen ik mijn laatste column, van dit seizoen, voor de radio voor mocht dragen vroeg Henri welke column mij het meest bij was gebleven. Ik had weinig bedenktijd nodig; de column die ik had gemaakt over Pauline van der Tol. De femme fatale van Burgerstem Altena. De vrouw die de partij verliet en besloot haar eigen koers te varen.
Maar dat was enkel de helft van het verhaal. Pauline heeft met niemand iets te maken, en dat laat ze merken ook. Zo had ze een “motie van laatdunkendheid” over het college uitgesproken. Welke weer de aanleiding was voor mijn column. Pauline van der Tol maakte niet alleen golven. Maar leek als een van de weinige raadsleden ook werkelijk kritiek te durven uiten. En zelfreflectie was haar ook niet vreemd.
Ik moest terugdenken aan Pauline en haar motie toen ik Wijnand van der Hoeven tegenkwam. Hij had een opiniestuk/column geschreven over wat hij de “omgekeerde salami-techniek” noemde. Dit over de vaak verkeerde begrotingen die de gemeente hanteert ten aanzien van projecten. Ze worden, standaard, te laag ingeschaald in de begroting en vallen duurder uit. Bovendien zijn het sierprojecten waar eigenlijk niemand tegen kan zijn.
Hij haalt hierbij voorbeelden aan als de atletiekbaan in Sleeuwijk. Die uiteindelijk toch duurder werd en waarvan nu nog niet meer dan plannen bestaan. Om deze projecten te redden moet er uiteraard geld bij. Je gaat niet een half afgebouwde baan laten liggen. Of, ten aanzien van de nieuwe brandweerkazernes, een half gebouw, of enkel een fundering. Het is een symptoom van de aanbestedingencultuur dat projecten duurder uitvallen. Er, de afgelopen jaren, zijn weinig grote overheidsprojecten die binnen het budget vielen. En een duidelijk antwoord op die problemen is niet in zicht, ik heb dat wel. Maar dat is niet het onderwerp van deze column.
Ik verwonder mij er namelijk over waarom Wijnand van der Hoeven zich richt tot het schrijven van een opiniestuk. Hij is zelf een raadslid in de gemeente. Hij is van de Christenunie en hoort eigenlijk een vinger aan de pols te houden. Waarom een tirade in mijn vakgebied en niet in de raadszaal, of op het vergadering platform dat ze in de coronatijd gebruiken?
Ik heb het idee dat er iets heel sinisters aan de hand is op het gemeentehuis. Iets wat het daglicht niet mag en kan verdragen. Iets wat de partijen tegenhoudt werkelijk goed de vinger aan de pols te houden. Wat het is? Joost mag het weten, en als Joost het weet mag die het zeggen ook. Want als raadsleden de toevlucht moeten nemen tot Facebook om hun grieven te uiten gaat het fout.
Misschien moet Wijnand toch maar gaan praten met Pauline van der Tol. Want als hij zich niet werkelijk durft te uiten heeft hij een beetje Pauline nodig in zijn leven en partij.