In 2023 kwam de film Oppenheimer uit. Hierin wordt de natuurkundige Robert Oppenheimer voorgesteld als de uitvinder van de atoombom. Uiteraard had hij een heel team en was hij een radertje in een groter geheel. Maar dat doet aan de boodschap van de film niets af. Het hoogtepunt van de film is de eerste test met de eerste atoombom in de woestijn van New Mexico.
Het moment dat de bom ontploft en de testtoren vergaat in een baaierd van licht betekent het einde van alles wat daarvoor gebeurd is. Vanaf dit moment was de mens in staat tot vernietiging op een schaal die eerder niet mogelijk was. Men had de atoom gespleten en daarmee de deur geopend voor de kernbom en uiteindelijk de kerncentrale. Nucleaire energie zou de oplossing zijn voor een wereld die hongerde naar kolen, olie en gas.
Dit was toen werkelijk zo. De gevaren van kernenergie werden weggewuifd en men fantaseerde over de mogelijkheden die het had. Behalve dat men er communisten mee kon verpulveren zou bijvoorbeeld elk huis een mini-kerncentrale kunnen krijgen! En zo niet meer afhankelijk zijn van elektriciteitsdraden. Ford werkte aan een prototype auto die zou werken op kernenergie. Het gebruik van fossiele brandstoffen zou tot een einde worden gebracht en de kracht van de atoom zou de wereld aandrijven!
Uiteraard was men er huiverig voor. De bommen op Nagasaki en Hiroshima maakten de vernietigende kracht van atoomsplitsing aan de hele wereld openbaar. Kerncentrales waren dan wel niet gemaakt om opgeblazen te worden. Maar was deze technologie niet voortgekomen uit een wapenprogramma?
En dan de bijverschijnselen die de omgeving voor decennia plaagden. Mensen die de directe explosies van de bommen overleefden, kregen te maken met stralingsziektes, kanker en leukemie. Men begreep wat kernenergie kon brengen. Maar ze begrepen ook de gevaren. Diverse rampen maakten dat duidelijk. Three Mile Island in de Verenigde Staten. Tsjernobyl in Oekraïne. Het ongeluk bij Windscale in het Verenigd Koninkrijk. Fukushima in Japan. Samen zorgden ze voor de realisatie van de gevolgen die fouten en onveilige situaties bij kerncentrales brachten.
En zelfs als veiligheid gewaarborgd is dan bestaat er nog altijd de afval van kerncentrales die voor honderden of duizenden jaren gevaarlijk zou zijn voor al het leven. Je gooit dat niet zomaar weg en moet dus op een plek worden opgeborgen waar mensen en dieren niet kunnen komen. Een lastige en dure zaak.
De laatste jaren gaan stemmen op om toch te bouwen aan kerncentrales om klimaatdoelen te halen. Bij een veilig gebruik en goede opslag zijn ze verreweg de schoonste en betrouwbaarste bron voor elektriciteit. Maar het mag duidelijk wezen dat van de eerste hausse over kernenergie niets terecht is gekomen. Het werd al snel als lastig omschreven en de technieken die veilig werden geacht hoefden niet te worden vervangen. Vandaar dat er nu nog altijd een economie is die zich baseert op gas en olie. Kolen zijn wél uitgefaseerd.
Naar mijn verwachting gaat AI, of de algoritmes die we AI noemen, eenzelfde evolutie doormaken. Nu lijken de toepassingen eindeloos. Maar er zitten al gaten in de belofte van AI. Bijvoorbeeld de inzet van AI in de medische wereld. Terwijl AI kan helpen bij het analyseren van medische beelden en het stellen van diagnoses, zijn er ook risico's. Wat als de AI een fout maakt? Wie is er dan verantwoordelijk? Eenzelfde vraag is er bij zelfrijdende auto’s. Zo’n auto is, bijvoorbeeld, nog nutteloos zonder iemand om in te grijpen bij een foutieve inschatting door de AI. De meeste landen zijn dan ook huiverig om deze technieken op de weg te laten. En de meeste mensen zijn te bang om ze werkelijk te gebruiken.
De AI die helpt bij het recht op de baan houden van de auto wordt eerder als hinderlijk dan als behulpzaam ervaren. Een goed voorbeeld is de verkeerspolitie die een aantal jaren geleden nieuwe auto’s aan had geschaft. Deze moesten terug naar de dealer om de remhulp en chraspreventie uit te schakelen. Hoe kan je een vluchtende dader van de weg rijden wanneer de auto dit actief probeert te voorkomen?
De komende jaren zal het AI galore zijn. Daarna zal het wegslippen om uiteindelijk over te blijven op de plaatsen waar het wenselijk is en bewezen gewerkt heeft. Op de afgelopen computex-beurs kondigden allerhande bouwers van chips en computers aan dat ze AI-chips gingen toevoegen aan hun nieuwste SOC’s (System On [a] Chip). De vloedgolf van de AI-belofte is dus nog bezig.
Hopelijk ebt die weg en zal het vertrouwen op AI geen rampen opleveren of levens kosten zoals bij kernenergie wel gebeurt is.
Dat geldt in elk geval voor de huidige AI. De domme AI. De AI die kunstmatig is samengesteld uit duizenden parameters en algoritmes.
De toekomst zal ons wellicht hoofdschuddend terug doen zien op dit tijdperk. Wanneer werkelijke AI zich aan zal dienen. Misschien in de vorm van een robot. Misschien in de vorm van een wezen dat zich door onze elektronica voortbeweegt. Een AI die werkelijk zelf kan denken, zelf kan beslissen en zelf dingen leert en zich voort kan planten.
Wat we in elk geval kunnen zeggen is dat we aan het begin van een interessante revolutie staan. Maar, laten we net als bij de Franse Revolutie of welke andere gewelddadige overname, kijken wat er van de goede voornemens en kernwaarden overblijft wanneer de vrede getekend is.
-Einde-