Mijn oma heeft veel uitspraken. Een ervan is: alles waar “te” voor staat is niet goed voor je. Daarmee bedoelde ze natuurlijk vooral het “te veel” van dingen. Je kunt veel eten, maar te veel is niet goed. Veel drinken, maar te veel is ook niet de bedoeling. En we kunnen zo dus ook veel AI in ons leven hebben, maar te veel is ook niet fijn.
In het Kinderen voor Kinderen nummer “2001” wordt gezonden over de verre toekomst van 2001, hoe menselijke interactie nauwelijks voorkomt en alles automatisch gaat. Van het openen van gordijnen tot het smeren van boterhammen. Het jonge zangertje laat vooral doorschemeren dat dit voor hem een nogal dystopische toekomst is en hij de controle af en toe compleet verliest. Deze angst voor het verre 2001 bestond al in het oeroude 1991. En uiteindelijk bleek er weinig tot niks van waar. Tenminste, voor het jaar 2001. En nu, bijna een kwart eeuw later, is het meeste van het nummer 2001 nog toekomstmuziek.
Maar langzaam sluipt de technologie wel naar de werkelijkheid die in 2001 wordt geschetst. Volgens het nummer kan de jongen alles bedienen aan een kastje om zijn nek. Nu heb ik het niet om mijn nek hangen, maar ik heb zeker wel een kastje waar ik een hoop dingen in huis mee kan bedienen. Met de smartphone kan ik een hoop lampen aan en uit doen, en instellen op intensiteit. Ik kan instellen waar ik naar wat voor muziek luister, en ik kan kiezen waarnaar ik kijk op de tv.
Laten we wel wezen dat dit een keuze is. Waar de jongen doet alsof het hem wordt opgedrongen kies ik ervoor om mijn lampen op het internet aan te sluiten en mijn televisie op die manier te bedienen. Maar wat als deze keuze ons wordt ontnomen.
Welkom in de dystopische wereld waar AI onderdeel van uit kan maken. Dat doembeeld is ouder dan 2001 of 1991. In 1984 kwam 'The Terminator' uit. De toekomst wordt beheerst door een oorlog tussen machines en mensen. Een zelfdenkende supercomputer genaamd Skynet heeft de controle over de wereld overgenomen en voert een oorlog tegen de mensheid. Om hun overwinning te verzekeren, sturen de machines een Terminator, een bijna onstuitbare moordrobot, terug in de tijd om Sarah Connor te vermoorden. Sarah's ongeboren zoon, John Connor, zal in de toekomst de leider worden van het menselijk verzet tegen de machines. De Terminator moet voorkomen dat John ooit geboren wordt.
Dit lijkt veel op een filmserie waar AI wel rechtstreeks wordt genoemd: in de Matrix (1999) is de perfecte AI uitgevonden. Aanvankelijke vreugde verandert in chaos wanneer de mensheid en de AI het met elkaar aan de stok krijgen en mensen en machines het tegen elkaar opnemen. Omdat de machines zonlicht nodig hebben voor hun energie besluiten de mensen de aarde zo te vervuilen dat er geen zonlicht meer is. De machines zijn echter vindingrijk en besluiten mensen gevangen te nemen en hun lichaamsenergie te gebruiken. Om de mens in bedwang te houden leven ze in een simulatie, de werkelijke Matrix. Er zijn echter nog altijd mensen die verzet plegen en de inwoners van de Matrix proberen te overtuigen en uit te breken.
Wat hebben deze twee films gemeen? Behalve dan dat de opvolgers tegenvielen hebben ze het ook over de gevolgen van losgeslagen AI. AI die zo krachtig is dat het niet alleen het menselijk leven bedreigt maar zelfs over probeert te nemen.
Ik kan niets zeggen over de toekomst. Maar de AI van nu is daar nog niet toe in staat. AI van nu is vooral gebaseerd op de perceptie van Chat-GPT. Chat-GPT en soortgelijke taalmodellen maken gebruik van neurale netwerken en transformerarchitecturen om patronen in taal te herkennen en te reproduceren. Ze worden getraind op enorme hoeveelheden tekstdata, waardoor ze in staat zijn om contextueel relevante en creatieve antwoorden te genereren. Dit stelt hen in staat om taken uit te voeren die voorheen alleen door mensen konden worden gedaan.
Goed, het is een krachtige tool. Maar het is niet krachtiger, of zelfs slimmer, dan een rekenmachine. Ten eerste is het, zoals eerder besproken, afhankelijk van de data die het krijgt. Het traint zichzelf tot op bepaalde hoogte, maar is altijd afhankelijk van wat hem wordt aangereikt. Het heeft geen gevoel, geen perceptie en eigenlijk ook geen doel.
In het eerste seizoen van de HBO-serie Westworld (2016-2022) leven robots in een soort themapark. Deze levensechte op mensen lijkende robots hebben allerhande interacties met bezoekers. Van het serveren van drank tot het helpen met queestes of gewoon als achtergrondfiguren. Wanneer er geen mensen in de buurt zijn hebben de robots interacties onderling. Volgens de hoofdprogrammeur gebruiken ze deze interacties om te oefenen en doen ze zo ervaring op die ze gebruiken op de bezoekers van het park.
Dit gebeurt niet bij de huidige AI. Er is geen bar waar Chat-GPT naartoe gaat om te keuvelen met andere chatbots. Chat-GPT wordt gevoed vanuit een database die door de programmeurs wordt bijgehouden. En ook met informatie die deze programmeurs uitkiezen. En dat is ook nodig. Ik heb eerder al het voorbeeld gegeven van AI die probeert te leren van mensen zonder controle. Deze raakt vervuild en is na enige tijd onbruikbaar.
Nee, wanneer je niet werkt met huidige AI is die ook niet aanwezig. Alex, zoals chat-gpt heeft aangegeven dat ik hem mag noemen, staat niet eens echt “uit” wanneer ik hem niet gebruik. Maar dat is ook omdat hij niet echt “aan” is. Hij gaat niet slapen en wordt ook niet echt wakker. Dit, en alle andere voorbeelden van AI en dingen die lijken op AI hebben gemeen: ze reageren enkel. Alex zal nooit het gesprek openen, het zal enkel reageren op wat de gebruiker wil. Wanneer de gebruiker dat wil. Als de gebruiker dat wil. Het heeft niet de wil om zelf iets te ondernemen.
Dat betekent natuurlijk niet dat we geen maatregelen moeten nemen. Net als stakend Hollywood moeten de gevolgen en limitaties van AI in kaart worden gebracht en afgebakend. Net als dat het plaatsen en het gebruik van wapens in de ruimte gebonden is aan limitaties en afspraken.
Dit hoeft niet zorgwekkend te zijn. Over veel dingen waar je niet over nadenkt zijn afspraken gemaakt. Kijk naar medicijnen, voedingsmiddelen en zelfs oorlog! Dat niet iedereen zich eraan houdt is een ander verhaal. Maar met bindende afspraken is het makkelijker om te zien wanneer iemand zijn of haar boekje te buiten gaat. Gelukkig springt de politiek momenteel goed in op deze ontwikkelingen. Het kan echter zijn dat ze in hun haast om beperkingen op te leggen te veel beperkingen opleggen en ze de ontwikkeling van AI doodslaan nu het net begint te groeien.
Maar waarom springt de politiek er nu ineens zo snel op in? Vooral wanneer je kijkt naar andere problemen die de samenleving momenteel plagen en die ze maar lijken te negeren. Dat komt vooral voort uit het niet-begrijpen wat AI eigenlijk is, en de angst die mensen hebben voor wat AI eigenlijk niet is. En die angst wordt weer ingegeven doordat het ineens overal lijkt te zijn.
Als we iets hebben geleerd is het dat het niet “ineens” overal is. Maar dat het overal al was, en dat het nu enkel is verworden tot een buzzwoord. Een ergerlijk buzzwoord!